241 12 MAART 1970 RONDVRAAG. De heer KRAMER: De plak- en scheurmethode op de verkiezings borden van de gemeente is geen verheffende zaak. Mijn vraag is of het college hierin misschien verbetering kan brengen door voor de volgende verkiezingen, dus de a. s. gemeenteraadsverkiezingen, andere borden te plaatsen. Misschien is het mogelijk, om de ordezin enigszins te kana liseren, een bord te construéren waarop laagplakken niet meer kan gebeuren. De heer VAN WERKHOOVEN: Op 19 november 1969 is door het tech nisch adviesbureau van Heugten N. V. een rapport uitgebracht inzake de wijkverwarming. Daarna hebben op 16 en 19 december 1969 de twee com missies vergaderd en hun advies gegeven aan burgemeester en wethouders. Gaarne zou ik van het college vernemen wanneer wij een preadvies tege moet kunnen zien en wel om de volgende reden. Zoals bekend bedraagt de stilstand tussen de stookseizoenen ten hoogste vier maanden en dikwijls maar drie maanden. Voor die stilstand moeten de raad en ook Gedeputeerde Staten nog hun goedkeuring hechten aan de voorstellen tot eventuele ver anderingen van net college. De tijd dringt dus, daar wij anders de kans lopen dat er voor de aanvang van het nieuwe stookseizoen geen gelegen heid is geweest de nodige veranderingen aan te brengen. De heer MELZER: Zou het mogelijk zijn voor de volgende ver kiezingen de oproepbriefjes voor de stembus wat eerder te verspreiden, opdat de gegadigden nog bij volmacht kunnen stemmen? Dat is ditmaal niet meer mogelijk geweest. De heer SMIT: Ik verzoek het college opgave te doen aan de raad, althans aan mij, van de aantallen woningwetwoningen, pre mie-koop- en premie-huurwoningen in deze gemeente, a. na 1945 tot heden gebouwd, b. thans in aanbouw, c. waarvan de bouw wordt voorbereid; die in iedere categorie afzonderlijk in laagbouw respectievelijk hoogbouw zijn uitgevoerd, worden uitgevoerd en vermoedelijk zullen worden uit gevoerd. De heer WOESTENBERG: Mijn vraag bestaat eigenlijk half uit een vraag en half uit een antwoord. Ik had een vraag gesteld over het zoutstrooien op 7, 8 en 9 januari, maar langzamerhand is er nu drie maanden lang strooizout nodig geweest. Tot mijn stomme verbazing lees ik dat op alle wegen, "voorkomend in het door het college goed gekeurde strooiplan"zout is gestrooid. En: "Alle voor het verkeer belang rijke wegen van de stad zijn in het strooiplan opgenomen." Die wegen zijn er misschien wel in opgenomen, maar er was niet gestrooid. Dat is dus in strijd met de waarheid. Verder wordt er gesteld dat er in het voorbije deel van de winter geen gebrek aan strooizout is geweest, maar dan staat of hier een on waarheid, of De Stem heeft gelogen. In elk geval luiden mijn informaties dat er op bepaalde dagen geen stiooizout was. Ik heb opgebeld. De mensen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 241