258
16 APRIL 1970
welke voor de raadsleden interessant kunnen zijn en nog actualiteit
bezitten. Voor zover deze beschikbaar zijn zal daaraan de persdocu-
mentatie van de provincie Noord-Brabant worden toegevoegd.
VRAAG.
De heer VAN BANNING zegt: indertijd zijn door de heren Kramer
en van Werkhooven vragen gesteld over het V D-terrein aan de Ginneken
straat-Houtmarkt. Het college heeft daarop op 16 februari 1968 geantwoord
dat de gemeente vergunnrng heeft verleend tot het hebben van een benzine
pomp en het bouwen van een kiosk ten behoeve van de benzineverkoop
voor een beperkte tijd, naar ik meen vijf jaar. Het plan voorzag ook in
het maken van een vitrinewand langs de Ginnekenstraat. Thans is daar
de H. E, M. A. gevestigd. Kan het college mij meedelen voor welke
tijdsduur de vergunning is verleend voor het hebben van een verkoop
centrum aldaar?
ANTWOORD.
Bij besluit van 6 januari 1970, V/22519 hebben wij aan N. V. Mavo,
Maatschappij tot Exploitatie van Onroerende Goederen, Zwaansvliet 5
te Amsterdam een tijdelijke vergunning verleend tot het bouwen van
een houten noodwinkel ten behoeve van de Hema aan de Ginnekenstraat
no. 3, onder voorwaarde, dat dit bouwwerk - behoudens verlenging -
slechts tot 31 december 1971 in stand mag worden gehouden.
VRAAG.
De heer BIEMANS merkt op: de minister van landbouw heeft
verleden week in de Eerste Kamer bekendgemaakt dat de mogelijkheid
zal worden geschapen in die tuinbouwgebieden in Nederland, die daar
voor in aanmerking komen, tegen aantrekkelijke en concurrerende prijzen
aardgas beschikbaar te stellen voor produktiedoeleinden.
Ik meen ervan te mogen uitgaan dat de gemeente Breda zoveel tuinbouw
heeft dat zij in aanmerking komt voor deze faciliteiten. Gaarne vestig
ik hierop de bijzondere aandacht van het college.
ANTWOORD.
Ook ons college is van mening, dat de aangehaalde regeling zou moeten
gelden voor de tuinbouwbedrijven in de gemeente Breda. Wij zijn in
deze diligent.
Een op deze aangelegenheid betrekking hebbende circulaire van de
N. V. Nederlandse Gasunie dd. 4 maart 1970 hebben wij te Uwer in
formatie ter visie gelegd.
VRAAG.
De heer BIEMANS merkt op: in de raadsvergadering van februari
1969 is een besluit genomen dat herziening van de elektriciteitstarieven