25
15 JANUARI 1970
Tenslotte wil ik een vraag stellen bij het nieuwe artikel 15, waar
in staat dat, voordat u, mijnheer de voorzitter, ingrijpt bij demonstra
ties, u zo mogelijk de commissie van advies voor zaken de openbare orde
betreffende hoort. Bij mijn weten bestaat deze commissie nog niet en
mijn vraag is dan ook wat hier de bedoeling is. Wilt u hiervoor een
permanente commissie in het leven roepen, of is het uw bedoeling in
voorkomende gevallen zo'n commissie samen te stellen, die dan wel
licht is afgestemd op de specifieke problemen die zich in het voorliggende
geval voordoen?
De heer MELZER: Gaarne wil ik mijn waardering tot uitdrukking
brengen voor de ambtenaren die hiervoor een enorme hoop werk hebben
verzet. Evenals de heer Barij doet het ook mij genoegen dat de juri
dische commissie, in samenwerking met het seniorenconvent en uiter
aard het college, de raad een wat geliberaliseerder A.P. V. kan aan
bieden.
Aangezien ik er zelf aan heb meegewerkt lijkt het misschien wat
minder elegant dat ik nu met een voorstel kom voor enkele aanvullingen,
maar men moet bedenken dat wij bijzonder snel leven.
In de eerste plaats wil ik dan wijzen op het nieuwe artikel 39,
waarin onder lb staat dat het is verboden met pijl en boog te schieten,
katapulten of een daarmee vergelijkbaar voorwerp bij zich te hebben
en op ruiten te gooien met een sneeuwbal, met een steen of een dergelijk
voorwerp. Gaarne zou ik daarbij ingelast zien het gooien met flessen bij
sportwedstrijden. Dit komt namelijk helaas steeds meer voor.
Ten aanzien van het nieuwe artikel 61 heb ik wat moeite met de
containers. Het komt namelijk steeds meer voor dat containers, niet
slechts van de gemeente maar ook van particuliere bedrijven, bij nacht
en ontij op de openbare weg staan. Ik geloof dat zij niet onder het
wegenverkeersreglement vallen, want het zijn geen voertuigen. Het zijn
meer bakken en dan bijzonder onaangename bakken en ik geloof dat het
aanbeveling verdient daaromtrent iets in de verordening op te nemen.
De heer DE GIJSEL: Ik heb wat moeilijkheden met artikel 57.
Daarin wordt gesproken van een verbod om in de open lucht rubber,
plastic en andere goederen of vaste stoffen die bij verbranding hinder
lijke stank of rook verspreiden of schadelijk zijn voor de gezondheid,
te verbranden. Ik mis daarbij de vluchtige stoffen. Zou de tekst niet
alles inhouden wanneer zou worden gesproken van "brandbare vaste
of vloeibare stoffen"?
De VOORZITTER: Ik zal gaarne iets zeggen over de onderwerpen
waarover is gesproken. Er is mijns inziens een grote mate van overeen^
stemming vooral over, zoals de heer Barij heeft gezegd, artikel 5,
zodat ik daar verder niet op in behoef te gaan. Met u geloof ik dat dit
een verbetering kan zijn.
Voor het houden van optochten behoeft volgens artikel 15 geen
vergunning meer te worden aangevraagd, maar is er een meldingsplicht.
Ik meen dat men de woorden "zo mogelijk" in die zin moet opvatten,
dal er gelegenheid moet zijn, eenvoudig wat de tijd betreft, een com
missie te raadplegen. U hebt de formulering ervan gelezen en bent