274 16 APRIL 1970 De heer van Werkhooven merkt op dat hij het bedrag nogal aan de hoge kant vindt. Ik ben begonnen met te zeggen dat wij, juist met het oog op de eventuele ontwikkelingen in de verdere toekomst, onze uiterste best hebben gedaan ons niet te zeer aan overinvesteringen te bezondigen. Wij zijn dan ook van mening dat wij met een bedrag van 95.500, -- voor bouwkundige voorzieningen niet aan de hoge kant zitten. Hij heeft verder nog de post openbare werken en toezicht ge memoreerd. Ik kan niet ontkennen dat het bedrag in verhouding nogal fors is, maar dat is nu eenmaal een omslagregeling. Men kan zich hoogstens afvragen of ei misschien niet teveel overheadkosten in zitten, maar die heb ik nog niet kunnen ontdekken. Het is dus gewoon de uit komst van een rekensommetje. Wat het bedrag van 5000, -- voor het verplaatsen van vijf amb tenaren betreft kan ik alleen zeggen dat degenen die zich met deze zaak hebben beziggehouden hun uiterste best hebben gedaan om de kosten van hetgeen er moet gebeuren tot een minimum te beperken, uiteraard voor zover dat verantwoord is, mede omdat men van mening is dat er in de toekomst wellicht een betere oplossing zal kunnen wor den gevonden. Ik meen hiermee de opmerkingen over de technische kant van deze zaak in eerste instantie wel te hebben beantwoord. De VOORZITTER: Ik wil van mijn kant ook graag nog een paar opmerkingen maken. Natuurlijk zijn wij blij dat het nu op deze wijze is opgelost nadat wij in september nogal uitvoerig met elkaar over deze zaak hebben gesproken. Ik. geloof dat de heer van Loon gelijk heeft wanneer hij zegt dat de woorden "met ons" in de derde alinea wat vreemd aandoen. Die duidelijkheid en dat duidelijk zichtbaar zijn lagen niet zozeer in onze bedoeling, maar gelukkig is dat nu opgelost. Wat de opmerking van de heer Kroon betreft geloof ik toch dat er sprake is van een misverstand. In de op een na laatste alinea van pagina 2 van het stuk zie ik heel duidelijk staan dat er een informatie balie bij de ingang zal komen. De informatrice -- zwaar of licht -- wordt er nog niet bij genoemd, maar het is zeker de bedoeling dat die er ook zal zijn. Men vindt daar ook terug -- dit mede in antwoord aan degenen die zich afvragen of dit niet wat weinig is -- dat het de bedoeling is dat vanuit die informatrice de zaken worden verspreid. Ik heb daar ook bij laten vermelden dat voor zover het mogelijk is ook de deskundige ambtenaren bij de voorlichting zullen worden be trokken. Ik meen dan ook dat in deze zin toch wel duidelijk wordt gemaakt dat er een balie zal zijn en dat er ook iemand zal zijn die zoveel mogelijk de nodige informatie zal verstrekken. Ik. kom nu aan de vragen van de heer Spanjer. Ik ben het met hem eens dat wij naast de openingsuren overdag natuurlijk moeten zoeken naar mogelijkheden -- die in de verschillende jaargetijden wellicht zullen verschillen - om gedurende de avonduren open te zijn. Ik verzoek de heer Spanjer ons toe te staan dit eens precies uit te zoeken. In beginsel beantwoord ik zijn vraag met "ja". Het moet zeker mogelijk zijn bij bijzondere gebeurtenissen in de stad of, zoals ik in de afdeling voor openbare werken al heb gezegd en wat een zeer doelgerichte

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 274