276
16 APRIL 1970
De VOORZITTER: Ik neem aan dat er op de plaats van de infor-
matrice ook telefoon zal zijn, mijnheer van Caulil. Ik kan met u mee
voelen dat er vaak snel gereageerd zal moeten worden, waarvoor ook
snel contacten met anderen gelegd zullen moeten kunnen worden. Wij
zullen dit nog eens bekijken, maar in ieder geval zal men beschikking
hebben over een telefoon. Wat snel kan moet echt niet uitgesteld worden,
dat is ook mijn mening.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten, onder aan
tekening dat de heer Woestenberg geacht wil worden te hebben
tegengestemd.
15. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT TOE
KENNING VAN EEN EENMALIGE SUBSIDIE AAN DE AFDELING BREDA
VAN DE EUROPESE BEWEGING NEDERLAND, IN VERBAND MET EEN
TE ORGANISEREN "WEEK IN HET KADER VAN DE EUROPESE BE
WEGING".
De heer VAN BANNING: Ik vind de vraagstelling vanuit de afdeling
Breda nogal pover, in die zin dat ik het programma graag wat uitvoeriger
toegelicht had gezien. Ik vind ook het voorstel van het college pover en
het uiteindelijke resultaat in de vorm van een subsidie ten bedrage van
20°]o van de voor rekening van de afdeling Breda van de Europese Beweging
Nederland blijvende kosten met een maximum van 500, -- vind ik zeer
pover. Onze raadszaal is versierd met de Europavlag en ik meen dat wan
neer er in onze stad een actie in het kader van de Europese Beweging
plaatsvindt, die actie zeker ook onze stad waardig zou moeten zijn.
Als ik uitga van het voorgestelde besluit, zou dat inhouden dat de af
deling Breda,als ik het goed gelezen heb, beschikbaar heeft een bedrag
van 850, d. w. z. 250, -- van het hoofdbestuur, 150, -- van de
afdeling Breda en 450, -- aan inkomsten van een aantal deelnemers
aan een excursie. Wanneer dat het totale vermogen is dat men kan
inbrengen in deze week in het kader van de Europese Beweging, dan
komt dat erop neer dat men maximaal kan gaan tot 1062,50, waar
mee men al 37,50 zit boven het bedrag waarop men aanspraak zou
kunnen maken.
Wanneer ik dan naga wat men met de steun van deze gemeente
zou kunnen doen, dan geloof ik dar er maar heel weinig overblijft en
dat er weinig keus meer is om iets te gaan ondernemen. Ik ben dan ook
niet erg enthousiast voor dit voorstel en waar wij toch zeker vertrouwen
mogen hebben in dit gezelschap -- dat hebt u ongetwijfeld ook -- en in
het bestuur, wil ik u in overweging geven op uw voorstel terug te komen
zoals dat in het concept-besluit is vervat en toch maar 1700, -- be
schikbaar te stellen, onder de voorwaarde dat men een plan overlegt
dat door het college kan worden goedgekeurd.
De heer WOESTENBERG: In de eerste plaats moet ik meedelen dat
ik het voorstel helemaal niet heb ontvangen. In de tweede plaats vind
ik een Europese Beweging die mij als gemeenteraadslid amper bekend