278
16 APRIL 1970
dan zal dat in de meivergadering moeten komen, na afloop van deze
week. Dit is mij niet helemaal duidelijk.
De heer MENDES: De brief van de Europese Beweging was erg
onduidelijk. Die brief hebt u echter al in februari ontvangen en ik be
grijp daarom niet waarom het college niet direct, op nadere informatie
is uitgegaan, want dan hadden wij wellicht nu niet in de situatie ver
keerd dat wij een subsidie achteraf moeten toekennen.
De heer WOESTENBERG: Nogmaals, mijnheer de voorzitter, ik
heb nog nooit één positief feit gehoord van de Europese Beweging.
Laten zij eens proberen een kreet door de wereld te doen klinken om
vrede in Vietnam te krijgen.' Ik heb echter nog nooit een positief voor
stel van de Europese Beweging gezien en ik zou dan ook willen dat dit
voorstel van de tafel werd geveegd, want ik vind dat wij teveel sub
sidies weggeven die niet nodig zijn.
De heer VAN DER WERFF: Ik zou graag even willen opmerken,
mede ter informatie van de vorige spreker, dat de Europese Beweging
in de afgelopen decennia een paar geslaagde manifestaties heeft weten
te organiseren met medewerking van het college van burgemeester en
wethouders. Wat dat betreft wil ik mij ook graag aansluiten bij de
woorden van de heer van Banning, namelijk dat het bijzonder prettig
zou zijn als deze traditie gecontinueerd zou kunnen worden.
De heer VON SCHMID: Ik ben helemaal niet tegen deze subsidie.
Ik geloof ook wel dat de Europese Beweging goed werk doet. Alleen al
het idee dat er op gezette tijden mensen van verschillende nationali
teiten bij elkaar komen is natuurlijk al gunstig. Alleen lijkt het mij wel
van belang dat de Europese Beweging in de toekomst tracht de bevolking
van Breda veel meer bij haar activiteiten te betrekken en daarvoor te
interesseren, want ik heb wel de indruk dat -- zoals ik ook bij anderen
heb beluisterd -- dit een zaak is die helemaal aan de doorsnee burger
voorbijgaat. In die zin heeft hetgeen er gebeurt wel eens een wat folk
loristisch karakter en het zou jammer zijn als het daarbij bleef. Ik zou
dan ook gaarne zien dat, nu deze zaak toch in bespreking is, erop werd
aangedrongen dat het een zaak van de bevolking wordt. Natuurlijk zul
len er dan voorstellen moeten komen die die bevolking aanspreken, dat
is duidelijk.
De VOORZITTER: Ik moet de heer Quadekker toegeven dat een
subsidie achteraf in feite natuurlijk ongewenst is. Ik geloof dat. wij
ervoor moeten zorgen dat dat zo weinig mogelijk gebeurt. Het betreft
hier echter een situatie die wij niet geheel kunnen overzien. Men merkt
wel aan ons dat wij ook wel met enige sympathie tegenover deze Europese
Beweging staan.
Ik wil de raad voorstellen dat wij afspreken nog eens met het bestuur
het programma en de kosten daarvan bekijken en dat er vervolgens,
desnoods achteraf, een voorstel door het college wordt gedaan, nadat