283
16 APRIL 1970
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
18. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET AAN
GAAN VAN OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE DE VERVREEMDING
VAN ONROEREND GOED.
De heer MENDES: Wethouder Vermeulen was helaas verhinderd om
de vergadering van mijn fractie bij te wonen maandagavond, tot mijn
spijt heb ik door diverse omstandigheden evenmin gelegenheid gehad
om mij met hem in verbinding te stellen. Ik veronderstel dat hij mij
anders wel zou hebben ingelicht. Het gaat namelijk om punt 2. van
het voorstel, waaraan naar mijn gevoel wel een principieel kantje zit,
omdat dit een begin van de bebouwing van het Dr. Struyckenplein
inhoudt.
Ik meen mij te herinneren dat misschien tien jaar of nog langer
geleden er ook eens een voorstel is geweest om een deel van het
Dr. Struyckenplein te bebouwen, maar ik weet niet meer of dit voor
stel toen door de raad is verworpen of dat het door het college is
teruggenomen. In ieder geval is die bebouwing toen niet doorgegaan.
Ik mag wel stellen -- en ik denk dat iedereen het wel met mij
eens zal zijn -- dat het Dr. Struyckenplein niet bepaald fraai is, maar
het is in ieder geval symmetrisch. Wanneer er nu op dat plein gebouwd
wordt.
De heer QUADEKKER: Dan wordt het asymmetrisch.'
De heer MENDES: dan gaat de symmetrie verloren en ik zou
zeggen dat het er dan nog minder fraai op wordt. Er kunnen echter ge
gronde redenen zijn om met de bebouwing van het plein te beginnen.
Wanneer wij eenmaal het besluit nemen daar grond voor bebouwing
te verkopen, dan geloof ik dat wij ook maar moeten proberen het grootste
deel, d. w. z. de Jsêhteriwaife vanuit de stad gezien, van het plein vol
te bouwen.
Overigens, mijnheer de voorzitter, mag ik u er nog op wijzen
dat in de onmiddellijke nabijheid van het Dr. Struyckenplein al een
jaar of twintig een paar mooie stukken grond braak liggen. Ik denk
bijvoorbeeld aan een mooi stuk grond in de Laan van Mertersem,
verder aan een stukje grond in de Dr. Struyckenstraat en vervolgens
nog een heel mooi stuk grond op de hoek van het Planciusplein en
de Columbusstraat.
Ik wil graag weten of dit voorstel een principiële wijziging
inhoudt van het tot dusver gevoerde beleid om het Dr. Struyckenplein
niet te bebouwen.
Wethouder VERMEULEN: Ik geloof dat de heer Mendes het probleem
niet helemaal voorstelt zoals het in het verleden al eens aan de orde is
geweest. Wij hebben namelijk --en naar ik meen hij met ons -- nog
altijd het gevoel dat de twee winkelgalerijen die daar op een kilometer
afstand van elkaar liggen, tezamen niet die eenheid vormen die men