286 16 APRIL 1970 tevens te worden aangeboden aan de gemeenteraad en de gemeenteraad daarbrj een overzicht te geven van de wijze waarop het plan tot stand is gekomen en welke overwegingen hebben geleid tot de opstelling van het betreffende plan. De gemeenteraad dient in de gelegenheid te wor den gesteld vragen en opmerkingen in te dienen, welke zo mogelijk ter discussie moeten worden gesteld. Ook dient de raad op de hoogte te worden gebracht van eventuele bezwaarschriften die door belangheb benden tegen het plan zijn ingediend. Wanneer blijkt dat meerdere vragen, opmerkingen en bezwaarschriften worden ingediend, dient een speciale vergadering te worden uitgeschreven waarin deze worden be handeld met tegenargumenten van het college. Zijn ook de woning bouwcorporaties zoals bedoeld in de circulaire van de minister van Volkshuisvesting van 10 februari 1969 bij de voorbereiding ingeschakeld? Ik ben mij ervan bewust dat het moeilijk voor het college zal zijn mij op dit moment een afdoende antwoord te geven. Ik ben dan ook be reid dit antwoord op een later tijdstip in ontvangst te nemen. Ik. wil u er nog wel op wijzen dat'de door mij geformuleerde opmerkingen en vragen worden gesteund door een aantal van mijn fractiegenoten. De heer VON SCHMID: Enerzijds heb ik met instemming geluisterd naar de woorden van de heer van Duijl, maar aan de andere kant toch ook met steeds stijgende verbazing, vooral nu hij zegt dat een aantal van zijn fractiegenoten het daarmee eens is. In feite komt zijn betoog namelijk hierop neer dat hij zegt dat de raad niet veel meer kan doen, de tijd is te kort en alles is al zolang van tevoren gepland dat er weinig meer aan valt te veranderen. In dit verband wil ik eraan herinneren dat in september van mijn hand -- dat was geen gedachte van mij, maar van een aantal architecten in deze stad -- een plan is ingediend, althans een vraag aan het college om een discussie op gang te brengen over de vorming van een stedebouw- kundige adviesraad zoals men die ook elders kent, waarin raadsleden, deskundigen uit de stad, ambtelijke deskundigen en allerlei andere men sen zitting hebben. Zo'n adviesraad is juist bedoeld om een bestemmings plan in allerlei fasen te zien groeien en daarover te praten, enz. Dat is wat er in september is gevraagd door deze mensen en waarvan het college toen heeft gezegd dat daaraan geen behoefte is. Ik neem aan dat er op dat moment ook in de K. V. P. -fractie geen behoefte aan was, want als dat wel het geval zou zijn geweest was de beslissing natuurlijk anders uitgevallen. Ik begrijp daarom echt niet waarom dit nu ineens op deze manier naar voren wordt gebracht en dat nu a 1 'improviste van het college wordt gevraagd hiervoor een oplossing te zoeken. Overigens ben ik, zoals ik in het begin al heb gezegd, natuurlijk blij dat nu ook in de K. V. P. -fractie het begrip hiervoor begint door te dringen en dat men tot het besef komt dat er hier inderdaad een taak ligt. In zoverre sluit ik mij gaarne bij de heer van Duijl aan, maar met nog grotere klem zou ik willen vragen of niet ook de andere raadsfrac ties achter dit idee willen gaan staan van een stedebouwkundige advies raad, die over deze dingen namelijk veel meer georganiseerd en veel meer doordacht zou kunnen spreken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 286