287
16 APRIL 1970
De heer WOESTENBERG: Het gaat hier om een oud stadsgedeelte,
Leuvenaarstraat/Middellaan, dat vlak bij het centrum ligt. Het gebeurt
niet zo vaak, maar dit voorstel zal ik bijzonder graag ondersteunen. Ik
wil graag dat deze beslissing wordt verdaagd, omdat er naar mijn mening
te weinig aandacht is besteed aan de bouw van leefbare woningen voor
bejaarden en hoogbejaarden, die nu eenmaal ook graag in de buurt van
het centrum willen wonen. Ik ben het ook met deze verdaging eens om
dat ik helemaal de noodzaak van de haast niet zie waarmee het allemaal
moet gebeuren. Hier ligt de mogelijkheid voor een wettelijke verdaging
en ik zou willen zeggen: zij die geloven haasten zich niet.
De heer KROON: De heer von Schmid heeft het doen voorkomen alsof
hij de voorvechter zou zijn van een stedebouwkundige adviesraad. Ik wil
even herinneren aan hetgeen ik. bij mijn algemene beschouwingen heb
gezegd -- misschien wil de heer von Schmid die nog eens doorlezen --
en waarbij ook onzerzijds met klem is aangedrongen op de instelling
van een dergelijke raad. In dat opzicht kon hij dus weten wat het standpunt
van de Protestants-Christelijke Fractie is.
De heer VON SCHMID: Mijn brief was van september 1969.' Dat
was nog voor de begrotingsbehandeling.
De VOORZITTER: Een ogenblik, mijnheer von Schmid, want wij
dwalen wat af.
Wethouder VERMEULEN: Ik wil graag terugkeren tot de orde van de
vergadering, omdat ik geloof dat dit in welke combinatie dan ook, of
het een stedebouwkundige adviesraad is of een gemeenteraad, altijd
leidt tot de zaken waar het over gaat. Wat hier vanavond aan de orde is, is
niet anders dab een verdaging van een beslissing die de raad binnen het
kader van de wet moet nemen over iets dat met instemming van de raad
in december ter visie is gelegd. Die tervisielegging is op zichzelf een
mogelijkheid tot inspraak en hoewel ik bereid ben met iedereen mee
te denken over andere vormen van inspraak, kan een ieder kennisnemen van
de plannen die er liggen. Tot op zekere hoogte wil ik degenen die zeggen dat
die plannen dan al zover gevorderd zijn dat er in feite niet veel meer aan
kan worden veranderd wel volgen, maar men kan natuurlijk zijn bezwaren
inbrengen.
Wanneer er nu in een geval inspraak is geweest van de betrokkenen,
dan is het wel bij dit plan, dat een bijzonder moeilijk plan is, ook al
is dat misschien niet gebeurd op de wijze die enkele leden van deze
raad voorstaan. Het opmerkelijke is echter dat nadat die inspraak van
de betrokkenen in het plan was verwerkt, die betrokkenen van gedachten
zijn veranderd. Dat is een van de redenen dat wij het plan nu weer moeten
gaan veranderen, omdat degenen die inspraak hebben gehad om op zichzelf
respectabele redenen niet doen wat zij destijds in het overleg hebben gezegd.
In het bijzonder wijs ik daarbij op de situatie met betrekking tot de
nieuwbouw van het St. Elisabeth Gasthuis. Wij hebben destijds met het
bestuur daarvan en met de architect die was aangetrokken voor de plannen