291
16 APRIL 1970
daarvan gebruik wil maken. Nu willen wij het ook in de formele struc
tuur nog wel iets anders gaan doen, hetgeen betekent wanneer wij de
suggestie van de heer van Loon volgen dat er voordat een plan ter visie
wordt gelegd in de raad over van gedachten wordt gewisseld. Dat is een
mogelijkheid en daar is ook niets oneerlijks of onbehoorlijks aan. Alleen
geloof ik dat het voor de raad ook wel zo zinvol is dat men zijn kruit
bewaard totdat ook anderen die er iets over te zeggen hebben hun zegje
hebben gedaan. Dan heeft men namelijk enerzijds de beschikking over
het materiaal van de gemeente, anderzijds over de bezwaren die er
tegen het plan zijn ingebracht en bovendien over de argumentatie van
de deskundigen op die ingebrachte bezwaren.
Het is voor mij echt geen principiële zaak. Wanneer de raad zegt
dat men voortaan uitvoerig van gedachten wil wisselen over een plan
voordat dit ter visie wordt gelegd, dan vind ik het best, maar ik wil
er wel op wijzen dat dit wel eens zou kunnen betekenen dat men eerst
voor de tervisielegging over een plan van gedachten wisselt en daarna
nog eens, hetgeen dubbel werk is.
Wel ben ik het met iedereen eens die zegt dat de raad voordat
een plan ter visie wordt gelegd daarvan kennis moet kunnen nemen.
De heren weten ook dat er in de betrokken afdeling van de raad ook
altijd een bespreking plaatsvindt, waarbij alle vragen kunnen worden
gesteld die men maar kan bedenken. Nogmaals echter, het is voor mij geen
principiële zaak. Wanneer de raad meent dat het nuttig is het op een andere
manier te doen wil ik daarover graag in het college praten en het eventuele
resultaat daarvan aan de raad meedelen.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
21. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT WIJZI
GING VAN DE CONTROLE-REGELEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL
265 BIS DER GEMEENTEWET.
22. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET
GARANDEREN VAN RENTE EN AFLOSSING VAN HYPOTHECAIRE
LENINGEN AAN TE GAAN TER GEDEELTELIJKE FINANCIERING
VAN DOOR DE EIGENAARS TE BEWONEN NIEUWE WONINGEN.
23. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET
BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET IN VERBAND MET
DE BESTRIJDING VAN WATEROVERLAST.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
achtereenvolgens overeenkomstig de voorstellen van burgemees
ter en wethouders besloten.
24. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET
BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VOOR HET PLAAT
SEN VAN EEN AANTAL PARKEERMETERS IN DE BINNENSTAD.