296 16 APRIL 1970 Wethouder VERMEULEN: Dat is inderdaad het geval. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. De VOORZITTER: Voordat wij gaan pauzeren wil ik de commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven, de heren Bayens, Spanjer en van der Werff, verzoeken hun werkzaamheden tijdens de pauze te verlichten. De vergadering is geschorst. Hierna wordt gedurende enige ogenblikken gepauzeerd. De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. 25. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VOOR DE AANLEG VAN EEN PARKEERTERREIN ACHTER DE PANDEN BARONIELAAN 2 T/M 12. De heer VAN WERKHOOVEN: U begrijpt wel dat wij blij zijn met elke mogelijkheid die zich voordoet om de parkeerruimte in onze stad uit te breiden. Dit geldt in het bijzonder voor de Baronielaan en om geving, waar men erg met dit probleem kampt. Wij weten allemaal dat de Baronielaan, vooral het eerste gedeelte, geen woonstraat meer is, maar dat daar nog uitsluitend kantoren en zakenpanden te vinden zijn. Dat wij de zakenmensen helpen hun auto's kwijt te raken vind ik prachtig, want op de Baronielaan zelf is geen enkele oplossing meer te vinden. In principe zijn wij dus vooi dit voorstel, maar er zijn toch enkele vragen bi] ons gerezen. Ik neem aan dat de grond natuurlijk van de ge meente is, anders zou dit voorstel er niet geweest zijn. Dat is een ge lukkige situatie, omdat het maar zelden zal voorkomen dat de gemeente achter de woonhuizen nog over zo'n groot terrein beschikt. Dat die mod derpoel, wat het op het ogenblik nog is, wordt bestraat en van verlichting voorzien, is toe te juichen. Het wordt een nuttig plein en vooral ook voor de aangrenzende scholen en voor de woningen aan de achterkant zal een parkeerterrein in ieder geval een aardiger gezicht zijn dan het terrein zoals dat er nu ligt. Uit verkeersoogpunt bezien zijn er wel enkele aanmerkingen op het voorstel te maken, in het bijzonder wat de in- en uitrit van het terrein betreft. Die zijn naar mijn mening totaal onvoldoende. Het terrein is langs twee wegen bereikbaar. In de eerste plaats via het smalle paadje langs de kerk, maar ik neem aan dat dat geen eigendom van de gemeente is, want er vlak naast is een gebouw dat zijn uitgang tegenover de kerk heeft. Daar kan men dus niet met de auto langs. Zo blijft mijns inziens over die opening tussen twee huizen, waar juist één auto doorheen kan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 296