297 16 APRIL 1970 Degenen die van dit terrein gebruik zullen maken zijn lang- parkeerders, want een buitenstaander zal natuurlijk niet op het idee komen dat er achter die particuliere huizen zo'n prachtig parkeerter rein ligt. Het zal dus worden gebruikt door kantoormensen en zaken mensen en nu ben ik bang dat die allemaal tegelijk zullen komen en gaan, want dat is daarvan het praktische gevolg. Hierdoor ontstaat de situatie dat er vlak bij het kruispunt met de verkeerslichten plot seling vanuit een smalle uitrit een stroom auto's komt. Ik zou graag willen weten of dit in het plan is voorzien, want uit een verkeersoog- punt vind ik dit een allerongelukki'gste oplossing en ik zou het erg op prijs hebben gesteld als de verkeerscommissie zich hier ook mee had kunnen bemoeien. Het voorstel is echter niet in de verkeerscommissie behandeld. Ik zal daarom gaarne van de wethouder vernemen of er mogelijkheden zijn die uitrit groter te maken -- die zijn er volgens mij niet --of dat er op een andere manier een mogelijkheid kan wor den gevonden om dit parkeerterrein op een behoorlijke manier op te rijden en te verlaten. De heer BARIJ: Wij gaan enige parkeerplaatsen toevoegen aan de parkeerruimte die wij al hebben en met de heer van Werkhooven verheug ik mij daarover. Ook ik heb er echter een vraag over. Er wordt meegedeeld dat een gedeelte van het terrein zal worden verhuurd aan de Nederlandse Accountants Maatschap en daarbij wordt gesteld dat dit deel zal worden afgescheiden van de openbare parkeerplaats, zodat, aldus de laatste zin van de eerste alinea van het stuk, "het bijvoorbeeld voor de politie niet onmogelijk zal zijn om op te treden als dat nodig mocht blijken". Ik wil graag weten wat ik hier onder "bijvoorbeeld" moet verstaan, want ik kan dat woord in deze zin niet plaatsen. Verder zal ik gaarne vernemen waartegen de politie naar uw mening kan optreden en op welke gronden zij zal kunnen optreden. Wethouder VERMEULEN: De heer van Werkhooven heeft als hoofd bezwaar in zijn betoog naar ik meen een verkeerstechnisch bezwaar naar voren gebracht, namelijk de in- en uitrit van het terrein. Ik neem aan dat hij daarvoor de tekening heeft bestudeerd die bij de stukken ter visie heeft gelegen. Dan heeft hij kunnen zien dat die in- en uitrit inderdaad de ingang is die er nu ook is. Ik zie er het cijfertje 4 in staan, dus die zal 4 meter breed zijn. Ik moet toegeven dat het altijd een in- en uitrit blijft. Aanvan kelijk was dit terrein, waarvan nu een openbare parkeerplaats zal wor den gemaakt, bestemd voor de bouw van garages. Dan zouden er dus boxen gekomen zijn en dan had men ook met die in- en uitrit gezeten. Die in- en uitrit mondt inderdaad uit op een vrij drukke weg, maar de weggebruikers en vooral degenen die van die in- en uitrit gebruik maken zullen dat voor lief moeten nemen en zich bij het naderen ook dienover eenkomstig moeten gedragen. Men heeft er eenvoudig rekening mee te houden dat men een uitrit uitkomt. Ik weet niet wat wij er in de situatie waarin wij ter plaatse verkeren aan zouden moeten doen. Wij hebben die uitgang

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 297