299
16 APRIL 1970
meen dat de eigenaar of de huurder van een duidelijk aangegeven niet
openbaar terrein te allen tijde gerechtigd is om iemand die zich daar
ten onrechte bevindt door de politie te doen verwijderen. Het is echter
mogelijk dat dit een civiele procedure moet zijn, zoals de heer Barij
zegt, en ik zal dat nog eens met onze juristen doorpraten.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
26. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VER
HOGING VAN HET KREDIET VOOR DE STICHTINGSKOSTEN
VAN HET COMPLEX 288 GALERIJWONINGEN MET 96 GARAGES
IN "HOGE VUCHT" GEBIED GEEREN-NOORD.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders
besloten.
27. MEDEDELING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS OVER HET
BEYERD-PLAN.
De heer VAN DUN: Namens onze fractie wil ik het volgende
naar voren brengen. Wij menen dat er twee elementen in deze mede
deling zijn terug te vinden. Dat is in de eerste plaats het element van
de huisvesting van de bibliotheek. Wij hopen allemaal dat het bestuur
van de bibliotheek samen met het college en de raad erin zal slagen
een oplossing te vinden voor dit probleem. Een ander element in deze
mededeling is het civic-centre, dat ik naar ik meen bij de begrotings
behandeling al heb gekwalificeerd als een steenpuist waar wij al jaren
op zitten. In andere bewoordingen zou ik nu willen zeggen dat wij
vinden dat het beleid in het civic-centre plan een beetje het idee
krijgt van een wedstrijd in kleiduifschieten.
Ik wil graag een paar voorbeelden noemen. Wij hebben in het
verleden gepraat over: de V.V.V. in het civic-centre, ja of nee. Wij
hebben gepraat over de uitbreiding van de Beyerd in het civic-centre,
ja of nee. Wij hebben gepraat over de bibliotheek in het civic-centre,
ja of nee. Het krijgt een beetje het karakter van een hink-stap-sprong
of van een springprocessie. Een ander punt is de vraag of het plan voor de
grote schouwburg in het civic-centre nog van deze tijd is, een volgende
vraag is de dringende behoefte aan een centraal gemeentelijk admini
stratiegebouw.
Wij zouden natuurlijk op dit moment uitgebreid over het civic-
centre plan kunnen praten, waardoor de kans zou bestaan dat deze ver
gadering verdaagd moet worden, zoals in het verleden ook wel is ge
beurd. Ik wrl daarom volstaan met het stellen van een drietal zakelijke
vragen.
In de eerste plaats wil ik vragen of het college niet met onze
fractie van mening is dat het plan van prof. Brouwer al geruime tijd
getuigt van complete steriliteit, waardoor dit niet meer voorziet in een