29 15 JANUARI 1970 Wethouder VERMEULEN: Ik heb het gevoel dat de heer Woestenberg met die zeven a acht jaar een ander gebied op het oog heeft dan waar dit betrekking op heeft. Dit is namelijk de oostzijde van de Pasbaan, dus niet de kant waar het civic centre komt. Daar heeft men indertijd in het sane ringsplan schetsenderwijze -- niet schertsenderwijze! -- een blok getekend. Daarbij stelt men zich voor dat daar te eniger tijd in het kader van de ge hele reconstructie en van het civic centre wel eens iets zal gebeuren. Wij hebben in alle redelijkheid aangenomen -- maar ja, wie kan in de toe komst zien? -- dat die termijn van achttien jaar heel redelijk is. Dat moet men van ons aannemen, wij proberen de raad echt niet iets voor te spiege len dat naar onze eigen overtuiging bezijden de waarheid zou zijn. Tegen die achtergrond stel ik dus dat deze oplossing om te voorzien in de huis vesting van deze dienst de voordeligste is die wij op dit moment kunnen vinden. Zo moet men het zien. Dat hoeft natuurlijk niemand te beletten er anders over te denken, maar. De heer WOESTENBERG: Ik zie de noodzaak niet! Wethouder VERMEULEN: Die noodzaak, mijnheer Woestenberg, is aangetoond door het feit dat die mensen hun functie niet kunnen uitoefe nen omdat zij geen huisvesting hebben. De heer WOESTENBERG: Wij hebben toch een sportpaleis? Wethouder VERMEULEN: Ja, mijnheer de voorzitter, daar kan ik niet op antwoorden! Wethouder VAN BIJNEN: Mag ik even, mijnheer de voorzitter? Een sportpaleis is natuurlijk om in te sporten, niet om te werken. Er is wel een kantoortje, maar wij hebben een groot kantoor nodig voor de dienst, waar allerhande zaken geregeld moeten worden. Ik geloof dat men hier geen enkel sportcomplex bij kan betrekken, want daar kan de dienst niet werken, daar hebben wij wel degelijk dit gebouw voor nodig. Ik ben er even in gesprongen, mijnheer de voorzitter, omdat dit in feite mijn functie is. De VOORZITTER: Bedankt voor uw sprong, mijnheer van Bijnen! De heer WOESTENBERG: Het wordt dus geen sportgebouw maar een administratiegebouw. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voor stel van burgemeester en wethouders besloten. 10. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS EEN BIJDRAGE TE VERLENEN AAN HET COMITÉ "MONUMENT ANTON VAN DUINKERKEN" De heer VAN DER WERFF: Een zaak van een half miljoen wordt meestal met een hamerslag afgedaan, terwijl 500, -- een ieder reden geeft tot urenlang "oude bedden", aldus Parkinson. Op gevaar af dat ik

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 29