32 15 JANUARI 1970 dan hetgeen op deze agenda misschien voor het grijpen lijkt te liggen. Overigens kan ik nog meedelen dat de afdeling voor culturele zaken zich in pleno met dit voorstel heeft verenigd. De heer WOESTENBERG: Ik zal kort zijn hierover. Ik wens geen steen van 500, -- vanuit Breda weg te leggen, terwijl er in Biafra mensen liggen te sterven. Ik ben dan ook tegen dit voorstel. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, met aantekening dat de heer Woestenberg geacht wil worden te hebben tegengestemd. 11. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET TOEKENNEN VAN SUBSIDIE AAN DE STICHTING VESTZAK THEATER "DE TRAPKES". Mevrouw S.TOCKMANN-VAN DER KALLEN: Ik geloof dat De Trapkes een duidelijke plaats heeft in Breda en dat het verlenen van een subsidie aan dit theater een verbreding van ons cultuurbeleid betekent. Ook kan ik mij stellen achter het doel van de stichting, maar ik maak mij zorgen over de huisvesting. Dit is niet alleen mijn zorg, maar blijk baar ook van het rijk, want daardoor heeft men van rijkswege slechts voor twee jaar subsidie gekregen. Mijn vraag is daarom of zo spoedig mogelijk naar een betere huisvesting kan worden uitgezien, want de huidige beantwoordt in feite nu al niet meer aan het doel. De heer WOESTENBERG: Over de samenstelling van het bestuur van deze stichting is tevoren weinig bekendgemaakt. Ik heb al vaker gezegd dat het lijkt alsof er hier maar vier fracties in de raad zitten. Ik zie hier de namen van mej. IJzermans, de heer Boer, mr. van Dijk, de heer van Dun -- waarschijnlijk het raadslid --, de heer Egbers, de heer van Melle, mr. van Rooij en als laatste de heer van der Werff, waarschijnlijk raadslid. Ik zie het echter aldus, dat aan De Trapkes de brouwerij belangen niet helemaal vreemd zijn en volgens mij is De Trapkes helemaal niet zo'n noodzakelijke culturele werkgemeenschap. Ik denk daar het mijne van, ik proef daar in elk geval iets heel anders in. Men heeft hier een nogal fikse, een al te fikse zaak opgesteld. Die gaat nogal wat kosten en ik geloof dat men het geld net zo goed ineens naar de bierbrouwerij kan sturen. De VOORZITTER: Dergelijke opmerkingen moet u niet maken, mijnheer Woestenberg, die vind ik minder gewenst. Deze mensen kunnen zich hier niet verdedigen. De heer WOESTENBERG: Is de zaak van de Drie Hoefijzers of niet? De Trapkes wordt wel degelijk gehuurd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 32