345
14 MEI 1970
De heer KROON: Daar heb ik nog nooit iets van gemerkt, maar enfin.
De heer WOESTENBERG: U gaat ook vaak buiten de orde, maar dan
mag het. Als je de Bijbel maar op tafel hebt liggen.'
De VOORZITTER: Wilt u zich enigszins beperken, mijnheer Woesten-
berg?
De heer KROON: Ik had het over het reglement van orde. In dat regle
ment van orde, dat wij samen hebben opgesteld, staat duidelijk dat iemand
die wil interpelleren tevoren zijn vragen kenbaar maakt aan de raad, zodat
degenen die aan de interpellatie willen deelnemen ook weten waarover het
gaat. Het telegram is zeer *on duidelijk, want daarin wordt gesproken over
huisvesting en woningbouw, maar daarnaast heeft hij ook nog iets te ver
tellen aan de wethouder voor cultuur, sport en recreatie. Het lijkt er on
derhand op of de heer Woestenberg algemene beschouwingen wil houden.
Bij de algemene beschouwingen ter gelegenheid van de begrotingsbehan
deling is hij erg tekort geschoten, want toen heeft hij bijzonder weinig
naar voren gebracht dat zinvol kon zijn.
De heer WOESTENBERG: Weinig maar zinvol.'
De heer KROON: Iets zinvols heeft hij niet naar voren gebracht.
Kortom, ik voel er niets voor de heer Woestenberg onder deze omstan
digheden, volkomen buiten het reglement van orde dat wij gezamen
lijk hebben opgesteld, een interpellatie toe te staan.
De heer MELZER: Dit is niet de gemeente Knollendam, maar Breda,
een gemeente van 120. 000 inwoners. Ik meen dat het belangvan de
woningzoekenden beslist niet gediend is met een dergelijke soort obstructie
als wij hier meemaken.
De heer VON SCHMID: Ik wil er graag in het algemeen iets over zeg
gen. Ik vind het eigenlijk jammer dat de heer Woestenberg zijn aanval
richt op het college, want ik moet wel zeggen dat hier een zekere stem
ming heerst en dan ga ik nog even niet in op hetgeen hij heeft gezegd,
namelijk dat een interpellatie niet wordt toegestaan als die van een be
paalde zijde komt. Het lijkt mij ook niet verstandig om dingen die in de
belangstelling staan te blokkeren.
Nu echter wat de interpellatieaanvrage van de heer Woestenberg be
treft. Ik ben ervan overtuigd dat de heer Kroon en de anderen natuurlijk
formeel gelijk hebben wanneer zij stellen dat dit te plotseling is gekomen.
Er stond vanmorgen echter een heel schril artikel in de krant en wanneer
ik dan lees dat in die vergadering door de heer Kroon en de heer van Loon.
De heer KROON: Dat was ik niet, hoor.'
De heer VON SCHMID: O, was dat een ander? Sorry.'
Er stond in ieder geval dat er in de raadsvergadering een aantal pit
tige vragen zou worden gesteld over de woningnood in die bepaalde buurt.