359 14 MEI 1970 liever geen antwoord op geven, hoewel ik de vraag vanzelfsprekend in gedachten houd. De heer van Werkhooven meent dat de werkzaam heden zullen worden uitbesteed. Ik kan dat bevestigen, dat is inderdaad het geval. Hij veronderstelt dat er daardoor misschien ook nog iets aan de prijs te doen is, dat zullen wij natuurlijk proberen. Ook de heer von Schmid heeft gewezen op de toch wel hoge kosten en op de moeilijk heden van de mensen die door de hoogbouw gefrustreerd worden, met de vraag of daarvoor niet een wat lager tarief kan gelden. Dat is een punt dat zeker overwogen kan worden. Dat is tot nu toe niet gebeurd en ik ben blij dat deze vraag is gesteld, wij zullen die gaarne in de beschouwingen voor de tariefstelling betrekken. Ik wil er wel op wijzen dat dit een zaak is die ook "verkocht" moet worden. De mensen die spontaan een enquete hebben gehouden hebben o. a. ook gevraagd of het niet mogelijk zou zijn dat men van de ge meente hierover enige voorlichting krijgt. Wij hebben hier direct met "ja" op geantwoord. Ik geloof namelijk dat wanneer men het de mensen die erbij betrokken zijn duidelijk uitlegt en wanneer men ze vertelt wat ze ervoor krijgen en met welke euvels zij niet meer te maken zul len hebben, de percentages die nu erg laag lijken, heel snel zullen ver anderen. Het is uiteindelijk een heel bedrag, maar als men ziet wat men ervoor krijgt is het toch ook niet zo verschrikkelijk kostbaar. De heer Spanjer vraagt waarom nu juist de Duitse zenders erbij komen en geen andere. De reden daarvan is dat die twee Duitse zenders nu bin nen ons bereik liggen nadat men die toren heeft gebouwd in Wesel. Ik weet niet of andere zenders nu ook al ontvangen kunnen worden, ook de beide Belgische zenders komen er trouwens bij, maar als ik niet duidelijk ben geweest hoor ik in tweede instantie wel van de heer Spanjer wat hij bedoeld heeft. De heer Melzer tenslotte heeft een vraag gesteld over de 528 etagewoningen in Geeren-Zuid die in bijlage XI genoemd worden, namelijk of daarvoor een reductie zou kunnen worden verleend. Ik durf deze vraag op dit moment niet te beantwoorden, ik wil die graag nader bezien. De heer SPANJER: De wethouder heeft inderdaad niet helemaal be grepen wat ik heb bedoeld. Het gaat mij namelijk om het volgende. Door het aansluiten van de Duitse zenders worden de verbruikers natuur lijk grotere mogelijkheden geboden. Het is echter ook duidelijk dat niet iedereen daar gebruik van zal maken, maar men moet er toch voor be talen. Tegen dit principe heb ik geen bezwaar, maar er moet natuurlijk toch wel een modus zijn op grond waarvan men in de toekomst overgaat tot het aansluiten van andere buitenlandse zenders, want ik geloof niet dat het helemaal zonder kosten zal gaan. Stel bijvoorbeeld dat drie Bredanaars graag willen dat er een Engelse zender wordt aangesloten en dat het technisch mogelijk is. Het zal duidelijk zijn dat men dit, als het grote kosten meebrengt, natuurlijk niet kan doen. Er kan echter ook een moment komen dat men het wel moet doen. Wanneer wij als gemeenschap mede in het belang van het welzijn dit systeem invoeren, zijn wij natuurlijk ook verplicht zoveel mogelijk aan de wensen tegemoet te komen. Het moet echter op economische gronden gebeuren. Aan de ene kant moeten wij de gebruikers zoveel mogelijk bieden, maar aan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 359