360 14 MEI 1970 de andere kant gaat het niet aan mensen op kosten te jagen die het helemaal niet wensen. Daar gaat het mij om. De heer WOESTENBERG: De wethouder heeft mij niet geantwoord op mijn vraag om een waarschuwingssysteem voor de mensen die laat of eigenlijk te laat nog een nieuwe privé-antenne willen aanschaffen. Vervolgens wil ik nog even ingaan op hetgeen de wethouder heeft ge zegd over die zogenaamde enquete. Ik ben daar niet zo weg van. Wan neer men ziet dat bij massa-interviews de heer Luns directeur van de K.L. M. wordt genoemd en prins Bernhard minister-president, geloof ik dat er op technisch gebied helemaal niets van terecht komt. Die enquete laat ik dus maar voor wat zij is, ik geloof niet dat die belangrijk is. Belangrijk is mijns inziens dat wij dit systeem een technische vooruit gang mogen noemen en dat wij een groter bereik krijgen. Of het dan Engels of Duits is, is mij om het even. De heer VAN DUIJL: De wethouder heeft mij blijkbaar verkeerd ver staan, want ik heb niet gevraagd het tarief nu vast te stellen. Wel heb ik gevraagd --en daar heb ik geen antwoord op gekregen - -de raad en zeker ook de raadscommissie voortdurend op de hoogte te houden van de ontwikkeling. Dat zou ik bijzonder op prijs stellen. Wethouder GIELEN: Om met het laatste te beginnen, het ligt natuur lijk in onze bedoeling -- dat is ook altijd de praktijk geweest bij der gelijke belangrijke zaken --de raadscommissie over het voortschrijden van deze zaak in te lichten. Ik wil zonder enige aarzeling gaarne toe zeggen dat wij dat ook in deze interessante zaak zullen doen. Voor de raad geldt dit vanzelfsprekend ook, want wij zullen telkenmale bij de raad moeten terugkomen om nieuwe kredieten te vragen zoals in dit geval gebeurd is. Men kan er dus op rekenen dat dat zal gebeuren. Natuurlijk zullen er, zoals de heer Spanjer zegt, mensen zijn die die Duitse zenders helemaal niet nodig hebben, terwijl dit een van de argumenten is op grond waarvan de prijs wordt bepaald. Er zijn misschien ook mensen die niet zo'n duidelijk beeld hebben, ook voor de Belgische zenders, maar die het ermee doen en die daarvoor geen prijsverhoging nodig hebben. Dat houdt men altijd. Er zullen ook mensen zijn die het niet inte resseert of er een betere stereofonische radioontvangst mogelijk zal zijn, de een zal dit argument gebruiken en de ander dat argument. Ik heb echter zoveel mogelijk argumenten genoemd om op dit systeem over te gaan en om de indicatieprijs enigermate te rechtvaardigen. Iets anders is dat, zoals de heer Spanjer stelt, er misschien mensen zijn die graag de Engelse zenders willen ontvangen. Dit punt is ook in de vergadering van de raadsafdeling -- waarbij de heer Mendes naar ik meen aanwezig was -- besproken. Men heeft het daar met name gehad over het eventueel binnen ons bereik komen van andere zenders dan de traditionele Belgische en Duitse zenders. Op het ogenblik is het nog niet zo ver, maar wij zijn daar natuurlijk attent op om, zodra het enigszins mogelijk is, ook die zenders aan onze afnemers ter beschikking te stellen. Daarom heb ik aan het begin van mijn betoog ook gezegd dat de bekabeling de mogelijkheid inhoudt deze andere zenders zonder kosten binnen de wo ningen te brengen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 360