364 14 MEI 1970 denken. Wanneer de geruchten dat de financiën niet aanwezig zijn op waarheid berusten, wat wordt daar dan aan gedaan en hoe denkt men hier voor een oplossing te vinden? Het is natuurlijk mogelijk dat de geruchten niet juist zijn, waardoor mijn vraag niet van toepassing is, maar dat hoor ik dan wel. De heer KRAMER: Wij zijn uiteraard blij met de bouw van deze school- instructiebaden, daar behoeven wij niet langer over te praten. Wel zal ik graag van de wethouder vernemen wat er, nu voorzien wordt in de minimale behoefte -- wederom een stukje welzijnsverbetering in Breda, zou men kunnen zeggen nog bij moet komen om dat minimale weg te werken en hoeveel tijd men daarvoor nodig meent te hebben. De heer WIERCKX: Ook onze fractie is erg blij met deze nieuwe schoolinstructiebaden, maar wij zouden graag zien dat er nog meer bij kwamen. Wethouder VAN BIJNEN: Ik ben bijzonder tevreden met de reacties van de raadsleden die hun vreugde hebben uitgesproken over de totstand- komrng van deze schoolinstructiebaden. De heer VAN DER WERFF: Het is een voorstel, ze zijn er nog niet.' Wethouder VAN BIJNEN: Ik wil graag even ingaan op de vraag van de heer von Schmid naar aanleiding van die geruchten. Wij hebben een beetje moeite met de financiering en de geruchten zijn inderdaad enigermate waar dat gedeputeerde staten nogal wat zorgen hebben over het rond- krijgen van deze financiering. De burgemeester, de wethouder van fi nanciën en de wethouder van jeugd, sport en recreatie zijn speciaal naar gedeputeerde staten geweest om deze zaak te bepleiten. Daarbij is ons een bepaald voorstel gedaan wat wij zouden moeten doen. Ik geloof dat het op dit moment niet verstandig is daarover te praten, maar ik kan wel zeg gen dat wij daarover goede berichten hebben en dat wij waarschijnlijk binnen zeer korte tijd daarop antwoord kunnen geven. Ik meen dan ook dat de toestand die enkele dagen geleden nogal ernstig leek -- wij moesten rekenen op zeker een maand of zes vertraging -- binnenkort enige ver betering zal laten zien. Dat geldt natuurlijk evenzeer voor de kredieten die hier gevraagd worden, want wij mogen zulke zaken dan heel braaf in ons investeringsplan opnemen en wij kunnen het plan zelfs zo maken dat het rendabel kan worden opgezet, maar wanneer wij geen financie ringsmiddelen krijgen is dat voor de gemeente Breda een bijzonder nare zaak. Op de vraag van de heer von Schmid wat wij eraan doen kan ik slechts antwoorden dat wij blijven bij ons plan voor Breda-Noord met een schoolinstructiebad en dat wij al het mogelijke doen om dit voor elkaar te krijgen, waarop wij vandaag meer hoop hebben dan twee dagen geleden. De heer Kramer zegt dat hiermee wordt voldaan aan de minimale behoefte, maar, zo vraagt hij, wanneer wordt nu voldaan aan de maxi male eisen. Ik geloof niet dat wij dat moment ooit zullen beleven, gezien het feit dat wij nu alleen nog maar praten over de vierde en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 364