36
15 JANUARI 1970
Wanneer u mij toestaat wil ik hierbij ook even het volgende
agendapunt betrekken. Ook daarmee ben ik erg ingenomen, omdat
ik bij de begrotingsbehandeling ook heb gevraagd om verplaatsing
van de school Beverweg naar Heusdenhout. De voorlopige huisvesting
is zeer bevredigend, want het is een nieuw gebouw. Ik hoop dat de
school zich hier beter zal kunnen ontplooien en dat onze constatering
dat de school aan de Beverweg verkeerd stond juist zal blijken te zijn.
Ik dank de wethouder voor de bijzondere activiteiten die hij voor beide
voorstellen heeft ontplooid.
Wethouder BROEDERS: Ik meen dat ik heel kort kan zijn, want
mevrouw de Bonte sluit zich geheel bij het college aan. Alleen met
betrekking tot de Beverweg spreekt zij de hoop uit dat achteraf niet
zal blijken dat wij ons hebben vergist. Dat hopen wij ook en wij ver
wachten dat door deze verplaatsing de school een betere plaats heeft
gekregen voor het rayon. Wij hebben natuurlijk geen zekerheid, maar
wij menen dat op grond van de objectieve cijfers en van de gegevens
die wij daarover hebben ontvangen van de sociografische dienst, de
plaats waar wij nu naar uitkijken duidelijk beter zal zijn voor het
openbaar onderwijs in dit deel van de stad.
Mevrouw DE BONTE-DE MUNNIK: Ik heb zoeven nog vergeten
te zeggen dat ik natuurlijk met belangstelling de verdere ontwikkeling
afwacht. Ik heb namelijk begrepen uit het stuk dat de besprekingen nog
lang niet zijn afgerond en dat er voor Breda-West nog de nodige bespre
kingen zullen moeten worden gevoerd om het openbaar en eventueel
ook het niet-confessioneel onderwijs in dit stadsdeel te handhaven.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
22. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS INZAKE HET
DOEN VERPLAATSEN VAN DE OPENBARE KLEUTERSCHOOL EN
DE SCHOOL VOOR HET OPENBAAR BASIS-ONDERWIJS BEVERWEG 1
NAAR HET UITBREIDINGSPLAN HEUSDENHOUT.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
23. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET VER
LENEN VAN EEN VOORSCHOT OP DE VERGOEDING EX ARTIKEL 101
DER LAGER-ONDERWIJSWET 1920 AAN DE BESTUREN VAN DE
BIJZONDERE SCHOLEN VOOR G.L.O. OVER HET JAAR 1970.
De heer BA YENS: Ik heb natuurlijk geen bezwaar tegen dit voorstel,
dat trouwens reeds bij de begrotingsbehandeling is aangenomen. Toen is ook
gezegd dat de vergoeding ex artikel 101 126,75 bedraagt. Ik heb toen
echter gevraagd - - hoewel het natuurlijk niet direct hoeft en ook niet
direct in de vergoeding kan worden gecalculeerd -- ook de vergoeding
die de gemeente verleent voor gymnastiek en zwemmen daarbij te ver-