373 14 MEI 1970 Vervolgens heb ik nog een vraag over een derde onderwerp: is het juist dat de zwemclub Surae voor wedstrijden, speciaal voor waterpolo- wedstrijden, geen gebruik mag maken van het zwembad Wolfslaar? Ik wil graag weten wat daarvan de motivering is. Tenslotte nog het volgende. Er is in onze stad een kunstenaar, de heer Bezemer, die lange tijd moeilijkheden heeft gehad met het atelier dat hij van de gemeente zou krijgen. Dat is in zekere'zin opgelost, maar er is bij hem een aantal vragen gerezen --ik heb begrepen dat het voor hem een principiële zaak is geworden -- hoe in dezen het beleid van de overheid is wat betreft het toewijzen van goede atelier ruimte aan kunstenaars die daarvoor in aanmerking komen. Ik krijg de indruk dat hij vrij lang aan het lijntje is gehouden. Het is mij bekend dat er inmiddels twee afgevaardigden zijn benoemd die met hem in contact moeten treden, maar ik wil wel vragen of de wethouder grote urgentie aan deze zaak wil toekennen en in de tweede plaats wil ik de wethouder vragen -- dat is het principiële punt van de heer Bezemer -- of hij de toezegging kan doen dat de raad zo snel mogelijk een preadvies bereikt over hoe deze atelierkwestie zal worden geregeld, zodat er niet steeds incidentele gevallen zullen zijn waarover allerlei moeilijkheden ontstaan, maar dat er een werkelijk geregelde toewijzing mogelijk zal worden. De heer MELZER: Mijns inziens terecht is er van de zijde van de dienst van beplantingen een beroep gedaan op de jeugd om niet in de plantsoenen te voetballen, maar gebruik te maken van de shotvelden. Ik kan dit wel onderschrijven, maar ik wil het college toch vragen waar in de wijk IJpelaar deze shotvelden te vinden zijn. Er zijn wel bijzonder veel braakliggende bouwterreinen. De heer BA YENS: Het college heeft in deze vergadering toegezegd het verzoek om een vergadering over de woningnood te zullen bespreken. Ik verbind hieraan het verzoek deze vergadering niet al te lang uit te stellen. Naar aanleiding van de woorden van onze fractievoorzitter de heer van Loon over de vergadering van gisteravond, die ik evenals verschillende andere raadsleden ook heb bijgewoond en waarin de woningnood duidelijk gesignaleerd is --en waaraan zo spoedig mogelijk een einde moet komen -- heb ik twee praktische vragen. 1. Wil het college voortdurend laten controleren of onbewoonbaar verklaarde woningen, ook als die zijn dichtgetimmerd, niet toch onver klaarbaar bewoond zijn door zwervers of door anderen? 2. Sinds enige maanden is het badhuis alleen nog op zaterdag ge opend. Dit wordt door velen ten zeerste betreurd. In vele oude huizen is geen enkele badgelegenheid. Mag ik het college verzoeken het badhuis weer open te stellen tenminste op vrijdag en zaterdag, ook al brengt dat voor de gemeente hogere kosten met zich mee? Het is misschien een vreemde vraag, maar ik heb die toch willen stellen. De heer WOESTENBERG: Ik sta verbaasd en mijn vraag is dan ook of de gemeente er nu pas achter is gekomen dat men de klachten moet gaan inventariseren. Ik vraag mij alleen af of het werkelijk waar is dat men nu

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 373