11 JUNI 1970
AGENDA.
Bijlage nr. 190
Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van de gemeen
schappelijke regeling "Industrie- en Havenschap Moerdijk".
Aanwezig: MEVROUW TH.M. M. DE BONTE-DE MUNNIK, MEVROUW
W. jaGER-MIDDELBEEK, MEVROIW O. M. C. STOCKMANN-VAN DER
KALLEN en de heren L.A. M. VAN BANNING, MR. G.W.A. BA RU,
J.E.F. BA YENS, H. BIEMANS, H. BROEDERS, J. L. G. BROOIMANS,
J.M. VAN BIJNEN, P.J. VANCAULIL, J.P.A. VAN DUN, C.A. VAN
DUIJL, G. H.J. GIELEN, MR. R.A.H. M. GIELEN, J. P. M. GOOS, A.M.
DE GIJSEL, A.M. GOOSSENS, A.P. JACOBS, A. B. KRAMER, A. KROON,
C.Th. LOHMANN, A.W. VAN LOON, F.J. MELZER, A. MENDES, H.J.M.
QUADEKKER, A. H. W. M. DE RAAFF, JHR. DRS. F.A. VON SCHMID,
MR. H. M. SMIT, A. SPANJER, DRS. Y.P.W. VAN DER WERFF, F. VAN
WERKHOOVEN, F. C. M. WIERCKX en J. WOESTENBERG.
Afwezig: MEVROUW M.W.B.A. VAN MIERLO-MUTSAERS en de heren
J.C.A. JANSEN en J. F. V. VERMEULEN.
Voorzitter: de heer IR. W.J. L.J. MERKX.
Secretaris: de heer DR. J. P. A. VAN DEN DAM.
De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit, waarvan
de tekst is opgenomen in artikel 10 van het reglement van orde voor de ver
gaderingen van de gemeenteraad.
De VOORZITTER: Dames en heren. Ik deel u mede dat bericht van ver
hindering is binnengekomen van mevrouw van Mierlo en de heer Vermeulen,
terwijl de heer Goos ons telefonisch heeft meegedeeld niet tijdig aanwezig
te kunnen zijn.
Vervolgens moet ik u mededeling doen van een brief die ik in de loop
van de middag heb ontvangen met de navolgende inhoud:
"Van het hoofdbestuur van de Praktische Politieke Partij te Breda, per
expresse, persoonlijk afgegeven, in eerste instantie gericht aan de voor
zitter van de gemeenteraad, de burgemeester van Breda, voor zover nodig
aan het college van burgemeester en wethouders, gericht aan de gemeente
raad van Breda.
Edelachtbare dames en heren leden van de gemeenteraad.
Aangezien er gesproken kan worden van malversaties, alternatief
overtredingen, alternatief vervalsingen tijdens en na de jongste gemeente
raadsverkiezingen hier in Breda voor de nieuw te benoemen gemeenteraads
leden, moge ik u verzoeken mij het recht te gunnen van een interpellatie
hedenavond, om te kunnen komen tot het stellen van een reeks vragen over
de op 3 juni 1970 gehouden gemeenteraadsverkiezingen in onze stad Breda.
Ik verzoek hierbij bij voorbaat reeds niet alleen om een zogenaamde her
telling volgens de kieswet, doch om het voorschrijven, respectievelijk
het doen uitschrijven van hernieuwde verkiezingen ten aanzien van de
te kiezen kandidaten en politieke partijen.
Met de meeste hoogachting, J. Woestenberg, gemeenteraadslid
van Breda.