376 11 JUNI 1970 straks te maken krijgt. Hun zal dan straks voor de voeten worden ge worpen dat zij hebben geweigerd mij te laten interpelleren, om de doodeenvoudige reden dat hier overtredingen en malversaties aan de orde zijn, zo niet erger. Ik wijs er nogmaals op, zonder onvriendelijk te worden, dat elk raadslid de plicht en de taak heeft -- dat staat ook in de wet -- om los van de fractiediscipline de mogelijkheid van inter pellatie te ondersteunen. De VOORZITTER: Ik persisteer bij mijn voorstel, dat naar ik meen door geen enkel raadslid, de heer Woestenberg uitgezonderd, niet wordt ondersteund. Ik stel dus vast dat de interpellatie van de heer Woestenberg niet is toegestaan. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VASTSTELLING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING "INDUSTRIE- EN HAVENSCHAP MOERDIJK". De VOORZITTER: Ik maak u erop attent dat in de loop van deze week een brief is binnengekomen van de afdeling Breda van Democraten '66, gericht aan de raad der gemeente Breda. Ik heb ervoor gezorgd dat u deze brief op uw tafel hebt gevonden en hoop dat u nog in de gelegen heid zult zijn deze brief te lezen. De heer VAN LOON: Het onderwerp van dit voorstel is uiteraard voor Breda en voor geheel West-Brabant uitermate belangrijk. Dat blijkt wel uit het feit dat het college heeft gemeend aan dit voorstel een extra raadsvergadering te moeten wijden, omdat zodoende aan het onderwerp meer aandacht kan worden besteed dan wanneer het deel uitmaakt van de -- meestal overvolle -- agenda voor een andere raadsvergadering. Ik meen niet dat dit voorstel betekent dat wij vanavond te maken hebben met het goedkeuren van een nieuwe gemeenschappelijke regeling. Die gemeenschappelijke regeling bestaat namelijk al, zodat mijns inziens aan de orde is de uitbreiding van het aantal deelnemers aan die regeling en mogelijk het bespreken en goedkeuren van een nieuwe tekst daarvoor. Mijn fractie betreurt het dat uw voorstel zo weinig informatie biedt. Over het geheel genomen vinden wij het een vlak en oppervlakkig stuk, met weinig of geen achtergrond of diepteinformatie. Aan hetgeen hier rond Moerdijk tot stand komt is namelijk een lange -- als men twaalf jaar tenminste lang noemt --en belangrijke voorgeschiedenis vooraf gegaan. Deze gehele voorgeschiedenis missen wij, althans concreet en nader uitgewerkt, in dit stuk. De ontwikkeling van dit industrie gebied vindt haar oorsprong in de Tweede Nota Ruimtelijke Ordening, waarin aan een industriegebied rond Moerdijk een supraregionale be tekenis wordt toegekend. De Zekluza-gemeenten hebben uiteraard met de grootste belangstelling kennis genomen van deze bestemming in de Tweede Nota Ruimtelijke Ordening en zijn direct begonnen met terzake overleg te plegen met gedeputeerde staten om te komen tot een verdere concre tisering en een verdere uitwerking van de plannen die in de Tweede Nota Ruimtelijke Ordening zijn aangegeven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 376