377 11 JUNI 1970 Hierop aansluitend -- en ik meen er goed aan te doen dit even te releveren -- is er het streekstructuurplan voor West-Brabant, waarin duidelijk aan dit gebied een bestemming wordt gegeven, ingepast in de toekomstige ontwikkeling van geheel West-Brabant, Het is op dat moment, althans rond het tijdstip van verschijnen van deze nota, geweest dat de Zekluza-gemeenten in een nader contact met gedeputeerde staten en naar ik meen ook met de gemeente Rotterdam tot een nadere uitwerking en ontwikkeling van dit plan zijn gekomen, wat heeft gere sulteerd in de vestiging van als eerste een petrochemische industrie van de Shell. Ik kan mij nog goed herinneren -- evenals waarschijnlijk het college en de raad -- dat wij regelmatig in de krant op de hoogte werden gehouden van de plaats waar die Shell-vestiging zou komen, namelijk in Moerdijk, in Zeeland of eventueel in Antwerpen. Uiteindelijk is het dus Moerdijk geworden. Dit heeft ertoe geleid dat, zoals ook in het stuk staat, in 1968 door de drie Zekluza-gemeenten een gemeenschap pelijke regeling is ontworpen en ingevoerd, waarin door deze drie gemeen ten het Industrie- en Havenschap Moerdijk werd opgericht, waaraan zij sinds die tijd richting hebben gegeven. Ik. meen dat, wanneer wij de publikaties die hierover zijn verschenen en de feiten die bekend zijn geworden de revue laten passeren, de Zekluza-gemeenten vanaf het allereerste begin hebben opengestaan voor en behoefte hebben gevoeld aan verbreding van de bestuurlijke en financiële basis. Ik mag in dit verband wijzen op de contacten met gedeputeerde staten en het opnemen als adviserend lid van de voorzitter van de Kamer van Koophandel. Ik denk daarbij ook aan Breda, dat -- zij het niet rechtstreeks maar indirect via een adviserend lidmaatschap van het bestuur van de Zekluza -- aan het overleg deelneemt. Ik geloof dan ook. dat vrijwel vanaf het eerste ogenblik bij de drie gemeenten de behoefte aan een bredere formatie op het bestuurlijke en financiële vlak heeft bestaan. Het staat vanzelfsprekend vast dat de ontwikkeling van dit gebied voor de totale ontwikkeling en het welzijn van West-Brabant -- inclusief Breda -- van een geweldige, betekenis is. Deze betekenis is ook eerst door gedepu teerde staten en vervolgens door provinciale staten in het streekplan voor West Brabant duidelijk onderkend. In dit streekplan is aan Breda een dui delijke taak toegekend door de aanwijzing als centrumgemeente. Dit be tekent mijns inziens dat wij, waar de gemeenteraad van Breda het streek plan voor West-Brabant volledig heeft onderschreven, de taken die ons in dit streekplan zijn opgelegd hebben aanvaard. Het is de normale gang van zaken dat men de consequenties van een dergelijk besluit, wanneer dat eenmaal genomen is, aanvaardt. Het staat als een paal boven water dat de belangen van Breda en van geheel West-Brabant en de taken die Breda op zich heeft genomen en moet uitvoeren, voor de welvaart en het wel zijn van dit gewest evident zijn. Ik geloof niet dat het nodig is op al deze belangrijke aspecten in te gaan. Ik heb reeds gememoreerd de duidelijke relatie die in het streek plan is gelegd tussen de functie en de ligging van Breda en dit industrie gebied. Ik denk daarbij aan de duidelijke relatie die er is tussen Breda en Moerdijk en de toekomstige verbindingen die er moeten komen. Ik denk aan de taak die ook Breda heeft bij de vormgeving en de inrichting van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 377