37
15 JANUARI 1970
melden, omdat artikel 101 nogal eens onderwerp van gesprek is en ook
van geschrift in de pers enz.
Zou het mogelijk zijn naast dit bedrag van 126,75 ook die ver
goeding afzonderlijk te vermelden? Dan weet men hoe hoog de totale
vergoeding ex artikel 101 is in Breda, namelijk ongeveer 143,
Mevrouw DE BONTE-DE MUNNIK: Ik wil mij graag aansluiten bij
de opmerking van de heer Bayens, omdat er inderdaad nogal eens verwar
ring bestaat over de uitkeringen, die in andere steden vaak hoger zouden
zijn. Dan is het bedrag waarop de heer Bayens doelt echter vaak wel
ingecalculeerd.
Wethouder BROEDERS: Ik wil gaarne overwegen of wij bij de
volgende begroting een wat duidelijker inzicht kunnen geven in het
onderdeel dat door de heer Bayens en mevrouw de Bonte is genoemd.
Ik denk daarbij aan het volgende. U hebt bij de opening van de ver
gadering gezegd, dat u de traditie van de nieuwjaarsrede graag wilt
voortzetten, mijnheer de voorzitter, en zo bestaat er ook al een jaren
lange traditie wat artikel 101 betreft bij schoolbesturen, gemeentebestuur
en pers en ik weet niet of wij moeten proberen die traditie te verbreken.
Persoonlijk heb ik er rekening mee gehouden dat wij, zolang wij in de
raad te maken zullen hebben met artikel 101, ook elk jaar een serie
publikaties over artikel 101 te verwerken zullen krijgen. Daarbij wil ik
echter wel aantekenen dat de wezenlijke problematiek van het onder
wijs daarbij niet aan de orde komt, omdat dit zich afspeelt in het
randgebied van het onderwijs.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
24. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET
VERLENEN VAN EEN VOORSCHOT OP DE VERGOEDING EX
ARTIKEL 186 VAN HET BESLUIT BUITENGEWOON ONDERWIJS 1967
VOOR HET JAAR 1970 AAN DE BESTUREN VAN DE BIJZONDERE
SCHOLEN VOOR BUITENGEWOON LAGER ONDERWIJS.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
25. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET
BEPALEN VAN DE DATUM WAARBIJ HET NIEUWE REGLEMENT
VAN DE JEUGDADVIESRAAD VAN KRACHT WORDT, ALSMEDE
EEN VOORSTEL TOT BENOEMING VAN DE LEDEN VAN DE JEUGD
ADVIESRAAD.
De heer MELZER: Wanneer ik goed ben ingelicht zijn de voor
letters van de eerste kandidate hier niet juist vermeld. Het moet namelijk
niet zijn B. T„maar B.F.