382
11 JUNI 1970
mogelijke openheid, opdat iedereen in dit gewest weet wat er in dit
schap gebeurt.
Ik ben met de vorige sprekers van mening dat wij hier in feite een
principebesluit nemen. Ik wil mij gaarne scharen achter dit principe
besluit en er met klem op aandringen dat deze regeling zodanig wordt
dat wij kunnen stellen dat wij wat de democratisering betreft een stap
vooruit doen. Van bijzonder belang acht ik nog het zo snel mogelijk
aanleggen van een verbinding Breda-Moerdijk, die dan tevens kan dienen
om de huidige vaak overbezette rijksweg te ontlasten. Tenslotte heb ik
geconstateerd dat er op het ogenblik grote werken rond Moerdijk aan de
gang zijn. Gaarne zou ik nader worden geïnformeerd over de financiële
consequenties die daaraan verbonden zijn, waarbij ik tevens wil vragen
of het niet noodzakelijk is dat er spoedig een coördinatie tot stand komt.
De heer KROON: Ook mijn fractie is van mening dat in de Tweede
Nota Ruimtelijke Ordening en in de structuurschets West-Brabant aan
Breda, een zeer belangrijke taak is toebedeeld. De heer van Loon heeft
dat zojuist al nadrukkelijk gesteld. Gezien de taak die wij in het gewest
hebben, kunnen wij ons ook niet onttrekken aan de verantwoordelijkheid
om mee te doen aan dit belangrijke industrie- en havenschap. Wij zijn
dan ook bereid deze medewerking te verlenen op de basis zoals die wordt
gevraagd. Onze bezwaren gaan in hoofdzaak uit - -ik heb dat ook al in de
betrokken afdeling gezegd -- naar de, laat ik zeggen, wat ondemocratische
samenstelling van de raad van bestuur en het dagelijks bestuur. Ik zal niet
in herhaling treden, want het is ook al door voorgaande sprekers gesteld,
maar ik heb begrepen dat de artikelen 5 en 17 de indruk wekken niet
meer van deze tijd te zijn, zodat de raad van bestuur en het dagelijks bestuur
wel degelijk op een andere wijze dienen te worden samengesteld.
De heer van Loon heeft enkele suggesties gedaan die ook onze fractie
wel aanspreken en ook deze suggesties zijn reeds eerder in de afdeling
naar voren gebracht, waarbij ik heb opgemerkt dat in de andere gemeenten
en in provinciale staten waar deze zaak ter sprake is geweest, dezelfde
bezwaren zijn geopperd. Het lijkt mij dan ook niet moeilijk voor het
college in overleg met de provincie en de andere gemeenten tot een
betere samenstelling van dit statuut te komen, wanneer deze raad zich
vanavond akkoord verklaard met toetreding tot het Industrie- en Haven
schap Moerdijk. Daardoor zullen met name de artikelen 5 en 17, waartegen
bezwaren naar voren zijn gebracht, alsmede artikel 9 sub 3, waarbij ook
de raad dient te worden ingeschakeld, zodanig moeten kunnen worden ge
wijzigd dat met de diverse verlangens rekening wordt gehouden, temeer
omdat deze verlangens naar mij bekend is ook in de gemeente Klundert
zijn geuit, zo zelfs dat de gemeente Hoge en Lage Zwaluwe -- die toch
een der deelnemende gemeenten in de Zekluza is -- besloten heeft een
afwachtende houding aan te nemen. Zover dienen wij mijns inziens niet
te gaan. Ik geloof dat wij wel het principebesluit tot deelname aan dit
industrie- en havenschap moeten nemen, omdat ook ik het van groot
belang acht dat wij daarin kunnen meespreken. Er is hier vanavond
gezegd dat dit ook financiële risico's met zich meebrengt. Die finan
ciële risico's zijn er inderdaad, maar dat is met elke zaak die van de
grond komt het geval. Ik meen echter dat die risico's beperkt kunnen