38 15 JANUARI 1970 De VOORZITTER: Die correctie zullen wij gaarne aanbrengen, mijnheer Melzer, want u zult het waarschijnlijk zelf het beste weten. De heer KRAMER: De verwachtingen die bij de begrotingsbehan deling zowel door het college als door onze fractie zijn uitgesproken, zijn uitgekomen. Wij spreken er dan ook onze waardering voor uit dat het nu eindelijk zover is met de Jeugdadviesraad nieuwe stijl. De Jeugd- adviesraad kan namelijk een waardevol orgaan zijn om onze gemeenschap, zeker wat de jeugd en jongeren betreft, beter leefbaar te maken. Uit eigen ervaring weten wij wat er zoal behandeld wordt en bij de start spreken wij dan ook gaarne ons vertrouwen uit en wensen wij de voorzitter en de Jeugdadviesraad veel succes. Er resten mij nog een vraag en een wens. Bestaat de mogelijkheid dat de plaatsvervangende leden de vergaderingen altijd als toehoorder bijwonen? De continuïteit zal daar zeker mee gebaat zijn. Tenslotte hoop ik dat de Jeugdadviesraad de mogelijkheid in overweging zal nemen van het ter visie leggen van de notulen. Wij gaan gaarne akkoord met het voorstel. De heer WOESTENBERG: Weer zie ik hier een groepering waarin ik een andere politieke kleur mis. Nogmaals, het lijkt erop alsof er maar vier politieke groeperingen zijn in Breda. Aan de namen alleen al kan men als stadgenoot --ik zou haast zeggen: als dorpsgenoot, want wij kennen elkaar hier wel allemaal zo'n beetje -- ongeveer zien hoe de lijst is samengesteld. Aan andere politieke partijen of jongerengroepe- ringen wordt niets gevraagd, men gaat gewoon zijn gang. Het college heeft dit verwerkt in een dubbel voorstel. Met de datum van ingang ga ik akkoord, maar wat de samenstelling betreft vind ik dat men ieder lid van de raad moet vragen welke mensen men in deze Jeugdadviesraad wil benoemen. De heer VON SCHMID: Ik wil nog een enkele opmerking maken over dit voorstel. Op zichzelf is het zeer verheugend dat het merendeel van de hier genoemde leden inderdaad jonger dan 30 jaar is, zoals ik heb vernomen nadat hierover de vorige keer is gesproken. Toch zijn er bij mij enkele vragen gerezen, die ik helemaal los wil zien van enige politieke binding. Het gaat er mij slechts om dat in dit stuk helemaal niet wordt vermeld wat dit precies voor mensen zijn, uit welke organisaties zij eventueel komen, hoe zij op die lijst zijn gekomen, hetgeen volgens mij allemaal punten van belang zijn wanneer men over dit voorstel spreekt. Wij zien hier een hele rij namen, maar wij weten helemaal niet wat zij voorstellen. Juist bij de Jeugd adviesraad had ik graag enige inlichtingen hoe men aan deze mensen gekomen is en of men ook van mening is dat de Bredase jeugd hiermee zo breed mogelijk vertegenwoordigd is, opdat deze zich op een of andere manier bij deze Jeugdadviesraad betrokken kan voelen, want ook dat is een belangrijk punt dat hier reeds eerder aan de orde is gesteld. Ik geef toe dat het vaak moeilijk is, maar bereikt men hiermee nu juist dat deel van de jeugd dat zich niet thuisvoelt in de gevestigde vormen, of komen die weer tot andere organisatievormen en blijven zij er juist

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 38