39 15 JANUARI 1970 helemaal buiten? Ik weet niet of deze lijst daarvoor enige garantie geeft, ook al omdat wij niet weten wie deze mensen zijn. Tenslotte zou ik graag willen weten of de vergaderingen van de Jeugdadviesraad -- althans als regel -- openbaar zullen zijn, opdat een ieder in Breda die er belang bij heeft, in de eerste plaats de jeugd, steeds goed kan weten wat er gebeurt en of de Jeugdadviesraad inder daad beantwoordt aan de verwachtingen die men daaromtrent heeft gehad. Mevrouw DE BONTE-DE MUNNIK: Ook ik zou graag nog wat meer informatie willen, namelijk of deze voorgestelde leden allemaal een be paalde groepering vertegenwoordigen. Ik zou het namelijk op prijs stel len wanneer de Jeugdadviesraad bestond uit jeugdleden die werkelijk alle groeperingen vertegenwoordigen en ook werkelijk de jeugd over de gehele stad bereikt. Wethouder VAN BIJNEN: De heer Kramer is allereerst verheugd dat de Jeugdadviesraad nu van de nodige leden wordt voorzien en ingaande januari 1970 in werking kan treden. Vervolgens vraagt hij of de notulen ter inzage kunnen worden gelegd en of de plaatsvervangende leden de vergaderingen kunnen bijwonen, al is het maar als toehoorders. Ik heb al een vergadering gehad met deze jongelui, een soort inleiding en instruerende bijeenkomst over wat hun taak zou moeten zijn op het gebied van de jeugd. De heer WOESTENBERG: Dat is nog erger! Wethouder VAN BIJNEN: Wij hebben deze jongelui dus gevraagd eens te vertellen wat zij ervan denken. Ze zijn nog niet gekozen, zoals de heer Woestenberg van mening was, dat moet de raad nu nog doen, maar men kan toch wel met die jongelui praten? Zij kunnen ook nog zeggen dat zij het niet doen, want het was nog helemaal geen consti tutie, maar doodgewoon een informatie om te weten te komen hoe zij de Jeugdadviesraad zien en wat zij daarin willen doen. De heer WOESTENBERG: Dat zoeken ze zelf wel uitj Wethouder VAN BIJNEN: Ja, zij zullen zeker zelf moeten uit zoeken wat zij in de Jeugdadviesraad doen, zij kunnen ook inderdaad zelf zeggen dat zij het niet doen. Zij zijn echter gevraagd en daarmee ga ik direct in op de vraag hoe wij aan deze mensen zijn gekomen. Allereerst nog in antwoord op de vraag van de heer Kramer: de jongelui hebben er zelf ook om gevraagd de plaatsvervangende leden bij de ver gaderingen aanwezig te laten zijn. Ik heb daarop gezegd dat dit aan de vergadering zal worden voorgelegd wanneer die eenmaal geconstitueerd is. Wanneer deze mensen inderdaad in de Jeugdadviesraad zitten, dus wanneer daartoe vandaag wordt besloten, zal dat besluit in de eerst vol gende vergadering moeten worden genomen. Met de notulering zal het op dezelfde manier moeten gaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 39