398 11 JUNI 1970 Wanneer men deze zinsnede laat vallen geloof ik dat het voorstel tot vaststelling van het Industrie- en Havenschap Moerdijk aanvaard baar is. Alleen hangt het er dan helemaal van af hoe het reglement van de gemeenschappelijke regeling gaat worden of het voor ons straks helemaal acceptabel zal zijn. De heer BARIJ: Uw conclusie is mijns inziens niet helemaal duidelijk en persoonlijk zou ik dan ook graag zien dat de raad verder gaat en zich uitspreekt in deze zin dat artikel 5 en artikel 17 onaanvaardbaar zijn en door de gemeenteraad van Breda zijn verworpen. Zodoende kan daarover in de toekomst geen enkel misverstand meer bestaan en kan er niet worden gezegd --en hierin sluit ik mij aan bij een der vorige sprekers -- dat het college met het oude voorstel bij de raad moet terugkomen omdat het niet is gelukt. Verder zou ik nog enkele detailopmerkingen willen maken. Weliswaar zijn dit geen halszaken, maar ik zou die toch graag in het nadere overleg betrokken willen zien. Dat betreft artikel 33, lid 4, waar staat: "De leden van de directie kunnen niet zijn lid van de raad van bestuur, administrateur of kassier van het schap. Ik zou die incompatabiliteit van de directie gaarne uitgebreid willen zien in die zin, dat de directie geheel onafhan kelijk is van de gemeenten en de provincie, zodat ook gemeenteraadsleden en leden van de provinciale staten geen lid van de directie, kunnen zijn. In artikel 46 lid 3 wordt verder gesproken over een commissie die geschillen moet oplossen, waarvan een lid wordt benoemd door de be trokken gemeente en een lid door het schap, waarna deze beiden samen het derde lid benoemen of, wanneer zij niet tot overeenstemming komen, gedeputeerde staten dit derde lid benoemen. Ook gedeputeerde staten kunnen in dezen echter belanghebbende zijn, zodat ik liever zou zien dat in dergelijke gevallen het derde lid wordt aangewezen door een onpartijdige instantie. De heer SMIT: Ik heb nog steeds enige moeite met de uitdrukking "in principe besluiten tot". De tekst van de voor ons liggende regeling begint met de woorden "Provinciale staten en gedeputeerde staten van Noord-Brabant, alsmede de raden en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Breda, enz. gelet op hoofdstuk IV van de wet gemeenschappelijke regelingen; besluiten de navolgende gemeenschappelijke regeling aan te gaan.Daar staat dus dat ook de raad van de gemeente Breda besluit deze gemeenschappelijke regeling aan te gaan. Ook het college wordt daarbij genoemd, maar dat is voor uw rekening. Ik geloof echter dat vrijwel niemand in deze zaal dit besluit wil nemen om deze navolgende gemeenschappelijke regeling aan te gaan. Ik heb daar nog steeds moeite mee en daarom zou ik toch graag willen weten wat "in principe" betekent en waar u de uitdrukking "in principe" in deze tekst zou willen inlassen. Wellicht ontstaat daardoor enig idee over de gevolgen daarvan. Ik wil er tussen haakjes nog wel even bij opmerken dat het in feite heel komiek is dat men in principe een regeling aanneemt, waartegen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 398