403 11 JUNI 1970 ziekenhuizen ingestelde overlegcommissie; die tot taak heeft een prioriteitenopstelling te realiseren met betrekking tot het aanschaffen van apparatuur om een doeltreffende eerste opvang van bovenbedoelde patiënten mogelijk te maken. Vervolgens heb ik nog een derde vraag, zij het over een heel ander onderwerp. Kan en wil het college de raad informeren over de stand van het overleg inzake het maken van de Markt tot voetgangersdomein? De heer WOESTENBERG; Omdat mijn verzoek om een interpellatie te mogen houden is afgewezen, zal ik daaruit enkele vragen naar voren brengen. De andere zal ik voor later bewaren. Waarom werd er op maandag 1 juni en dinsdag 2 juni al om 2 uur in de middag met geluidswagens gereden voor bepaalde partijen? Voor alle partijen gold dezelfde tijd, maar er werd niet opgetreden door de politie. Men heeft het rustig toegelaten, zowel voor D'66 als voor de lijst Froger. Mijn vraag is of dit bewust is gedaan of dat men een oogje heeft dichtgeknepen. Het was wel degelijk verboden, want op de vergunning die wij hadden stond dat er alleen gedurende bepaalde uren in de avond mocht worden gereden. Er is mij door een ambtenares van het politiebureau uitdrukkelijk verzekerd dat er voor geen enkele partij een uitzondering werd gemaakt. Wanneer ik echter naar de toe stand kijk op die dagen, dan zeg ik of het een of het ander; of er zijn wel uitzonderingen gemaakt, of de politie heeft ze stilzwijgend hun gang laten gaan. Ik vraag mij af of dit niet het bevoordelen is van de ene partij boven de andere. In de Bilderdijkstraat werd de ingang letterlijk geblokkeerd door de lijst Froger, lijst 5, de kapstokpartij van de K. V. P. Men kon er niet gearmd naar binnen, wel een voor een, want het zat niet alleen aan de binnenkant vol propaganda maar ook aan de buitenkant. Ik meen dat dat bij de wet verboden is en dat het ook in Breda niet toegestaan is, anders hadden wij het ook kunnen doen. Verder wil ik vragen waarom er na het sluiten van de stembureaus niet de hand is gehouden aan het wettelijk voorgeschreven voorlezen door de voorzitter van het stembureau, het nalezen en controleren van de stemmen? Ik kan met getuigen bewijzen dat dat in verscheidene stem bureaus niet is gebeurd. Ik zal de kieswet nu verder even laten liggen, die komt de volgende keer heel duidelijk aan de orde, waarschijnlijk wel via een opdracht van boven de rivieren. Ik wil nog wel opmerken dat in het stembureau aan de Elandstraat de telling niet is gebeurd zoals het moet. Daar is een aantal dingen veranderd terwijl door een aantal jongens al of niet met opzet een bal door de ruiten werd gegooid. Men verzocht mij daarop de naam van deze jongens te noteren. Dat heb ik niet gedaan, maar ik heb wel gezien dat er valselijk iets werd ingevuld. Dit is echter reeds bekend waar het nodig is. Volgens artikel 7 worden de stembiljetten geopend door de voorzitter. Vervolgens doet hij ten aanzien van elk stembiljet mededeling -- dat lijkt wel op elkaar, maar het is toch verschillend -- van de lijst en van de kandidaat waarvoor het stembiljet geldt. Ook daartegen is gezondigd,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 403