426 25 JUNI 1970 initiatieven zullen overgaan. Ik zie ons dan ook bepaald niet als ge vangenen, dat. lijkt mij een beetje overdreven. Wel hebben de subsi diënten alle kans in het overleg duidelijk te laten blijken aan de ge zelschappen welke overwegingen in de verschillende raden bij de sub sidieverzoeken aan de orde zijn gekomen, zodat men daarmee rekening kan houden. Ik kan mij dan ook achter dit voorstel scharen. Wethouder GIELEN: Het doet mij genoegen dat alle sprekers naast de kritiek die zij hebben geuit toch ook van mening zijn dat het voorstel dat burgemeester en wethouders aan de raad hebben voorgelegd moet worden aangenomen, met uitzondering van de heer Kroon, die zegt er niet tegen te zijn maar ons graag nog eens ernstig in overweging wil geven of het niet anders kan, namelijk niet voor drie jaar maar voor een jaar. Met dit laatste staan wij direct midden in het probleem dat de heer Kroon aan de orde stelt, dat is de betekenis' van het subsidiëntenoverleg. Wanneer men het zo voorstelt dat wij, omdat er subsidiëntenoverleg is, telkenmale voor drie jaar gebonden zijn, dan kan dat formeel wel juist zijn, maar materieel is het natuurlijk niet helemaal juist. Immers, als wij allen individueel zouden subsidiëren, zou men niet kunnen rekenen op het voortbestaan van het Brabants Orkest of van Globe, omdat dan vijf subsidiënten het ene jaar misschien eens wel, het andere jaar misschien eens niet subsidie zouden willen verlenen. Ook indien men het individueel zou willen doen zou men zich, wil men tenminste het voortbestaan van deze instituten enigermate zeker stellen, voor langere tijd moeten binden. Dat is nu eenmaal noodzakelijk omdat bij dergelijke lichamen engage menten worden aangegaan die ver uitgaan boven de tijd van een jaar. Ik moet de raad dan ook ten sterkste ontraden de suggestie van de heer Kroon over te nemen. Er zijn mijns inziens twee mogelijkheden: men gaat op het voorstel in of men gaat niet op het voorstel in. Het is mijns inziens bijzonder moeilijk een tussenweg te bewandelen, mede omdat men het daarmee de andere subsidiënten bijzonder moeilijk maakt om de weg die zij in het subsidiëntenoverleg zijn ingeslagen ongestoord voort te zetten. Het subsidiëntenoverleg moet men ook niet onderschatten. Wanneer de heer Kroon stelt dat wij daarvan de gevangenen zijn, dan praat hij toch min of meer denigrerend over dat subsidiëntenoverleg, dat naar ik meen van zeer grote waarde is. De kracht die uitgaat van dat subsidiënten overleg, dat gerepresenteerd wordt door afgevaardigden van de vijf ge meenten die regelmatig met de betrokken ambtenaren over deze zaken overleg plegen, werkt sterk naar twee kanten. In de eerste plaats ten opzichte van de rijksoverheid, met wie nogal eens een balletje moet wor den geslagen in verband met de subsidie van die zijde. De invloed van de rijksoverheid op deze instituten in het hele land, niet alleen in Brabant, is natuurlijk heel groot. Men kan natuurlijk een veel grotere vuist maken wanneer men zijn belangen in een subsidiëntenoverleg kan bepleiten dan wanneer vijf individuele subsidiënten dat achter elkaar in de rij staande in Den Haag zouden moeten representeren. In de tweede plaats staat men veel sterker wanneer men in het subsidiëntenoverleg een goede leiding heeft met een krachtdadige beslissingsmogelijkheid tegenover de twee instituten waarover het hier gaat. Dat is geen verhaaltje, want dat is zeer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 426