43 15 JANUARI 1970 belang, omdat het mij veel meer ging om de vraag welke bekwaam heden deze jongelui hebben om over jeugdproblemen te praten en welke interessen zij hebben. Natuurlijk heeft het Jeugd- en Jongerencentrum vertegenwoordigers van de bestaande jeugdbewegingen aangewezen en die hebben wij overgenomen. Voor de andere leden hebben wij mensen gezocht die bij voorkeur niet uit de jeugdbeweging kwamen, maar die deel uit maakten van bestaande actiegroepen. Wij hebben er niet precies op gelet of nu alle sociale groeperingen vertegenwoordigd zijn, maar wel hebben wij geprobeerd die zoveel mogelijk erbij te halen, zonder daarbij te denken aan groepen als middenstanders, tuinders, werkende jeugd, enz. Er zijn echter werkende jongeren bij, zelfs jongelui die behoren tot wat vroeger de ar beidende klasse werd genoemd en die kantoorbediende zijn of onderwijzer, enz. Ik weet niet welke inlichtingen ik nog meer zou kunnen geven, maar ik ben graag bereid voor de volgende vergadering een lijst samen te stellen waarop van iedereen staat waar hij vandaan komt. Op dit moment weet ik het echter niet. De heer QUADEKKER: Heeft de heer Vester helemaal geen voorletters? Wethouder VAN BIJNEN: Ik veronderstel dat de heer Vester zo bekend is dat hij helemaal geen voorletters nodig heeft. Dit is namelijk de heer Vester van de stichting Jeugd en Recreatie. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voor stel van burgemeester en wethouders besloten, met aantekening dat de heer Woestenberg geacht wil worden tegen het tweede deel van het voorstel te hebben gestemd. De heer BAYENS: Mag ik even een vraag stellen, mijnheer de voor zitter? Als laatste punt van de agenda staat vermeld het onderzoek van geloofsbrieven, maar het derde lid van de commissie voor onderzoek van de geloofsbrieven, de heer Spanjer, is ziek. Zoudt u staande de ver gadering een derde lid willen aanwijzen, want naar ik meen moet dit stuk door drie leden van de raad worden getekend. De VOORZITTER: Dank u wel, mijnheer Bayens. De leden van deze commissie zijn de heer Bayens, voorzitter, en de heren van der Werff en Spanjer. Daar de heer Spanjer afwezig is verzoek ik de heer Wierckx diens plaats in te nemen. Hierna wordt gedurende enkele ogenblikken gepauzeerd. De VOORZITTER: De vergadering is heropend. 26. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT BENOE MING VAN EEN LID VAN HET BESTUUR DER GEMEENTELIJKE SPORTSTICHTING BREDA. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 43