438 25 JUNI 1970 De heer MENDES: Na de uitvoerige bespreking van de reservepositie van de gemeente Breda in de speciale vergadering van de afdeling voor financi&n, die van 8 uur 's avonds tot kwart over een 's nachts heeft ge duurd, heb ik er geen behoefte meer aan opnieuw detailpunten ter sprake te brengen. De in de stukken geconstateerde fouten zijn in een erratum, dat hedenavond op onze tafels is gedeponeerd, verbeterd. Dit erratum bevat overigens slechts een rectificatie van fouten die van ondergeschikte betekenis waren. Ik zal mij daarom beperken tot de hoofdzaken. Mijn fractie gaat akkoord met de voorgestelde opheffingen en naams wijzigingen van sommige reserves en fondsen. Wij zijn het ook eens met de daaruit voortvloeiende toevoeging van 6 miljoen aan de algemene reserve. Wij onderschrijven het standpunt van het college, dat in verband met de risico's die Breda loopt met betrekking tot de reeds tot stand ge komen, in uitvoering zijnde en nog in uitvoering te nemen grote werken de naar verhouding slechts geringe reserves onaantastbaar moeten zijn. Wat de toevoeging van de rente aan de reserves betreft zijn wij met het college van mening dat deze rente in het algemeen niet moet worden gebruikt ten behoeve van de algemene dienst. Indien men dit zou doen, zou er bij het geheel of gedeeltelijk beschikken over de reserves een gat in de begroting ontstaan dat dan toch weer op een of andere wijze moet worden gedicht. Mijn fractie geeft het college echter wel in overweging incidenteel voor een urgente en absoluut noodzakelijke voorziening -- als voorbeeld wil ik slechts noemen de woningverbetering -- een deel van de rente van de reserves aan te wenden. Wij begrijpen dat het gebruiken van de rente van de reserves voor een bepaald doel moeilijkheden kan opleve ren met betrekking tot de hoogte van het bedrag en in verband met het feit dat men een precedent schept, waarop later misschien meerdere keren een beroep kan worden gedaan, ook als het niet gemotiveerd zou zijn. In ieder geval zijn wij het niet eens met het strakke standpunt de rente van de reserves altijd en uitsluitend aan de reserves toe te voegen. Het moet mogelijk zijn daarvan af te wijken. Tenslotte wil ik mijn reeds in de afdelingsvergadering uitgesproken dank aan het college en de ambtenaren herhalen voor het vele werk dat aan het preadvies en de bijlage is besteed. De heer MELZER: Ook ik wil het college danken voor de uitgebreide informatie die het ons ten aanzien van de reserves heeft verstrekt. Het was bijzonder prettig te kunnen constateren dat het aantal van 73 be staande "potjes" zal worden verminderd tot 46, verdeeld over vier groepen. Ik zou het college willen voorstellen op deze weg voort te gaan, mijns inziens bestaat er wel een mogelijkheid dit aantal nog verder te reduceren. Het is natuurlijk bijzonder verleidelijk de rente van de algemene re serve te gebruiken voor de algemene dienst voor het sluitend maken van de begroting, waardoor bepaalde impopulaire maatregelen als voorgestelde lastenverzwaringen achterwege zouden kunnen blijven. Wanneer deze re serve inderdaad zo groot zou zijn dat men dit risicoloos zou kunnen doen, dan zou ik zeggen: graag. Met het oog op de risico's die nu reeds aanwijs baar zijn en vele andere die ik nog verwacht, zoals het binnenkort ver vangen van een groot deel van de terreinleidingen van de wijkverwarming,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 438