440 25 JUNI 1970 is dat weer duidelijk gebleken. Wanneer overwogen zou worden de rente van de reserves aan te wenden voor een object dat zich plotseling aan dient en dat noodzakelijk verbetering behoeft, verzoek ik het college binnenkort te overwegen of een gedeelte van de reserve aangesproken kan worden en te besteden voor verbetering van de woningen in de binnen stad. Wij worden dagelijks met deze toestand geconfronteerd en dat het geen loze kreten zijn is wel duidelijk gebleken. Er heersen onmogelijke toestanden, die beslist verholpen moeten worden. De VOORZITTER: Ik moet u toch zeggen dat u buiten de orde bent, mevrouw de Bonte. Mevrouw DE BONTE DE MUNNIK: Ja, dat dacht ik wel, maar dat geeft niet.' De VOORZITTER: Wij zijn namelijk nog aan het delibreren over het vasthouden van de rente van de reserves, maar nu is men al aan het be kijken op welke wijze wij die rente eventueel zouden kunnen verdelen. Ook de heer von Schmid heeft dat gedaan en ik moet daar toch echt be zwaar tegen maken. Mevrouw DE BONTE-DE MUNNIK: Mag ik er dan straks op terugkomen wanneer die woningen aan de orde zijn? De VOORZITTER: Dan mag het wel. De heer VON SCHMID: Ik meen dat de vraag dre ik heb gesteld niet buiten de orde was. De VOORZITTER: U hebt het niet helemaal duidelijk aangeduid. Mevrouw de Bonte is daarop ingegaan en dat moest ik onderbreken. Wethouder BROEDERS: Allereerst moet rk zeggen dat het mij prettig in de oren klinkt dat iedereen overtuigd is van het belang van het inzicht in de reserves en de mogelijkheden en betekenis daarvan, dat naar ik meen voor de eerste keer in dit stuk zo uitvoerig aan de raad is voor gelegd. Dat is ook duidelijk de bedoeling geweest. Voordat ik begin met de beantwoording van de verschillende vragen wil ik een opmerking maken die waarschijnlijk voor allen overbodig zal zijn, maar die ik in verband met sommige geluiden die ik hier en daar wel eens opvang toch naar voren meen te moeten brengen. Deze reserves staan niet ergens op een spaarbankboekje, ook liggen ze niet in de kast. Wij hebben bij de financiering van bepaalde objecten nergens geld liggen dat de gemeente niet gebruikt. Al het geld dat in deze reserves zit wordt wel degelijk gebruikt in het kader van de financiering. Voor elk object en voor elke bestemming die aan de reserves of aan de rente van de reserves gegeven gaat worden, moeten toch nog de financieringsmiddelen worden verkregen. Ik meen er goed aan te doen dit even te vermelden, omdat wel eens gevraagd wordt wat de wethouder van financiën nu wel met al die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 440