441
25 JUNI 1970
miljoenen doet die blijkbaar bij de gemeente aanwezig zijn. Het leek
mij nuttig dit te zeggen, opdat niet het misverstand blijft bestaan dat
wij hier geld zouden hebben dat niet gebruikt wordt. De heer von Schmid
heeft gezegd dat dit geen academische zaak is, misschien hebben wij
dit deel van de zaak op deze wijze niet academisch tot zijn juiste pro
porties teruggebracht.
Algemeen is erkend dat het juist is dat het college een duidelijk in
zicht heeft verschaft in de reservepositie van de gemeente. Dat is ook
de bedoeling, omdat daardoor de mogelijkheid van het werken met de
reserves onderkend kan worden. Ik geloof dat men voordat men beslis
singen neemt heel goed moet weten hoe die positie is, om daar op af
gestemd een besluit te nemen. Wanneer de heer van Loon stelt dat niet
is ingegaan op de essentie van zijn vraagstelling bij de begroting, dan
heeft hij wat een deel van het gesprokene bij de begrotingsbehandeling
betreft wel gelijk. Aan de andere kant echter is het jarenlang de moei
lijkheid geweest in deze raad dat men eigenlijk niet precies meer wist
waarover men het had, zodat in de raad telkens verschillen opdoken,
ook tussen de raadsleden onderling, over wat er met de reserves zou kun
nen worden gedaan, of het wel echte reserves waren, enz. Het college
achtte het daarom zijn eerste taak de raad een heel duidelijk inzicht
te verschaffen in die reserves, om daarop verder te kunnen werken.
Dat inzicht wordt mijns inziens het beste gegeven op pagina 2 van
het preadvies. Wanneer men onderaan begint -- dat is wel een beetje
merkwaardig, maar in dit geval lijkt mij dat niet zo erg -- ziet men
daar de saldteserve ten bedrage van ruim 7,7 miljoen. Ik rond de
bedragen maar af, want dat praat wat gemakkelijker. Die saldireserve
vervult een duidelijke rol in de gemeente. Er wordt gesproken over het
aanwenden van de rente van de saldireserve in het budget. Men weet
dat in elke begroting die rente wordt gebruikt, plus 1/30 van dat bedrag.
Dat wordt dus gevoegd bij de inkomsten die de gemeente elk jaar heeft.
Daarnaast ramen wij in de begroting ook altijd een aantal risico's omdat
wij, naar ik meen in tegenstelling tot alle andere gemeenten in Neder
land, altijd hoger ramen dan de minister in de richtlijnen aangeeft. Wij
hebben namelijk de ervaring dat in de afgelopen jaren onze eigen prog
noses dichter bij de werkelijkheid lagen als de minister in zijn circulaire
raamt. Bij de goedkeuring van de begroting merken gedeputeerde staten
altijd op dat wij de inkomsten altijd ruimer ramen dan door de minister
aan ons wordt toegekend, waarop wij hebben gezegd dat het tot nu toe
elk jaar bleek te kloppen en bovendien, als het eens niet zou kloppen
hebben wij altijd nog de saldireserve achter de hand, die niet alleen
bedoeld is om de rekeningsoverschotten op te vangen, maar ook de
rekeningsnadelen. Daarvoor dient die éaldireserve.
Ik meen dat ik over de waarborgsommen niets hoef te zeggen. Dat is
namelijk geen geld waarover de gemeente kan beschikken. De belegde
reserves en fondsen van anderen vormen ook geen geld van de gemeente,
dus ook daar kunnen wij niet over beschikken, waarmee ik dan met de
onderste drie posten klaar ben.
Daarmee kom ik aan de onderhouds- en nivelleringsfondsen. Dit is een
zaak waarbij onderhoud en winst en verlies in fondsen zit, waarin voordelen