443 25 JUNI 1970 uiteraard aan de probleemstelling van de heer van Loon. Die is anders dan de probleemstelling van de heer Kroon. De heer van Loon stelt dat wij niet over de reserves moeten beschikken in het budget, maar dat wij de rente van de reserves achter de hand moeten houden voor als zich be paalde dingen voordoen. Ik neem aan dat hij dit eenmalig bedoelt, want anders zitten wij het volgende jaar in het budget met dubbele lasten. Hij stelt dus dat de rente van de reserves eenmalig zou kunnen worden gebruikt voor het oplossen van incidentele noodsituaties. De heer Kroon daarentegen stelt dat de rente van het eigen kapitaal plus een deel van de rente van de algemene reserve in het budget dient te worden opgenomen, waarmee wordt voorkomen dat er lastenverzwaringen aan de burgerij moeten worden opgelegd. Ik meen hiermee het kenmerkende verschil tussen de opvattingen van de heer van Loon en de heer Kroon te hebben aangegeven. De strekking van onze motivering is dat de risico's met betrekking tot de algemene reserve, die ongeveer 12, 5 miljoen bedraagt, op dit moment zo groot zijn en dermate toenemen -- ik. durf stellen dat de risico's meer toenemen dan wij aan rente bijschrijven -- dat wij niet alleen over de rente van de reserves moeten kunnen beschikken, maar over het totaal van de rente en de reserves. Mochten op die manier de risico's voor de gemeente aanvaardbaar zijn --ik denk hierbij aan een aantal punten waar duidelijk risico's liggen, zoals de rioolwaterafvoer en het hoogspoor en als wij daardoor bovendien een overzicht zouden hebben van de lasten die op korte termijn op ons afkomen, ik zou graag zien dat er op die punten duidelijkheid bestaat, dan is het mijns inziens noodzakelijk dat er niet alleen op aandrang van de raad, maar zelfs op voorstel van het college een plan aan de raad wordt voorgelegd om niet alleen over de rente, maar ook over de reserves zelf te beschikken. Dat is mijn opvatting over de algemene reserve. Die moet niet een dood element zijn en altijd maar blijven stijgen, ondanks de vraag of de risico's kunnen worden gedekt. Die mogelijkheid zit er in, alleen wijst het college de raad er bij het presenteren van dit stuk op dat men er rekening mee zal moeten houden dat de risico's in de toekomst eerder zullen toenemen dan afnemen, hetgeen de reden is dat het college pleit voor bijschrijving van de rente bij de reserves. Het is mogelijk over de rente en de reserves te beschikken, mits daarvoor de goedkeuring van de hogere overheid voor wordt verkregen. In eerste instantie is dit echter duidelijk een verant woordelijkheid van raad en college. In dat verband hebben wij -- dit aan het adres van de heer Kroon -- ook bewust gestreefd naar toevoeging van het eigen kapitaal aan de reserve, omdat daardoor de beschikbaar heid groter wordt dan wanneer wij het laten fungeren als eigen kapitaal, waarvan alleen de rente in het budget kan worden gebruikt. Dat is het motief van het college om het eigen kapitaal toe te voegen aan de re serve, Ik meen dat hiermee ten principale het verschil tussen de opvatting van de heer van Loon en het college grotendeels is weggenomen. Alleen komt hierbij het vraagstuk aan de orde wanneer wij over deze gelden zul len beschikken en in dit opzicht moet ik namens het college verklaren dat wij er wel voor moeten waken dit min of meer toevallig te doen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 443