451 25 JUNI 1970 Mevrouw jaGER-MIDDELBEEK: Ik hoop dat de toegezegde95%rijks- bijdrage voor dit werk rnderdaad doorgaat, want anders staan wij over een jaar weer voor hetzelfde probleem. Dan blijven wij aan het betalen en dat lijkt mij een wat rare gang van zaken. Wethouder DE RAAFF: De angst van mevrouw Jager is niet helemaal gegrond, want ook als die 95% die in het verschiet ligt niet doorgaat krijgen wij geen herhaling van dit geval. Bi] de begrotingen voor 1969 en 1970 is namelijk rekening gehouden met een lage bijdrage van de rijksoverheid, dus met een grote bijdrage van de gemeenten. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voor stel van burgemeester en wethouders besloten. 11. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BESCHIK BAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VOOR DE RECONSTRUCTIE VAN HET GEDEELTE VAN DE WEERIJSSINGEL TUSSEN DE HAVERMANS STRAAT EN DE HAAGWEG. De heer MENDES: Ik juich dit voorstel van harte toe, want de situatie op het betrokken kruispunt is heel moeilijk. Naar mijn mening had men echter al enige verlichting kunnen geven door het rechter opstelvak van de Tramsingel uitsluitend te bestemmen voor het verkeer dat rechts af slaat. Nu is namelijk op beide opstelvakken rechtdoorgaand verkeer toegestaan. Dat betekent dat twee auto's die tegelijk optrekken, op de Weerijssingel met elkaar in de verdrukking komen. Toevallig heb ik gehoord dat iemand die rijexamen deed op dat punt gezakt is, omdat zijn auto in de verdrukking kwam met een vrachtauto, waarop de exami nator ingreep en toen was de stakker gezakt. Mijn suggestie is dus het rechter opstelvak van de Tramsingel uit sluitend te bestemmen voor rechts afslaand verkeer, dat geeft al enig soelaas. Wethouder GIELEN: Ik moet opmerken dat het hier gaat om een ver betering van de hoek van de Haagweg en de Weerijssingel. Zoals men op de tekening heeft kunnen zien wordt er een stuk van die hoek afgenomen. Het is heel goed mogelijk dat hetgeen de heer Mendes aangeeft een voor lopige verbetering kan betekenen, maar dat is niet het punt waarom het in dit voorstel gaat. Ik ben echter gaarne bereid intern te bespreken of het wellicht verstandig is daar niet twee rijen verkeer in dezelfde richting te laten optrekken, maar het ene opstelvak te gebruiken voor het rechts afslaande verkeer en het andere voor het verkeer dat rechtdoor gaat. Dat is het enige dat ik er op dit moment van kan zeggen. De heer VAN WERKHOOVEN: Ik wil het wethouder Gielen niet moei lijk maken, maar in de verkeerscommissie is door mij ook gevraagd of het niet mogelijk zou zijn dat grote transformatorstation dat daar staat kleinere afmetingen te geven, waardoor er veel meer opstelruimte zou komen. Dit zou in de afdeling worden bekeken, maar de verkeerscom missie heeft nog geen antwoord gekregen. De wethouder zal nu ook wel geen antwoord kunnen geven, neem ik aan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 451