453 25 JUNI 1970 Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt achter eenvolgens overeenkomstig de voorstellen van burgemeester en wet houders besloten. 17. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS MET BETREKKING TOT DE SUBSIDIËRING VAN DE RECLASSERINGSVERENIGINGEN TE BREDA. Gelijktijdig hiermee wordt in behandeling genomen: 18. PREADVIES VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS INZAKE DE SUBSIDIE-AANVRAGE VAN DE STICHTING LEGER DES HEILS AFDELING RECLASSERING NOORD- en WEST-BRABANT TE BREDA. De heer BA RIJ Ik heb nogal grote bezwaren tegen het stuk dat aan ons voorgelegd is en tegen het voorstel dat daarin is vervat. Mijn eerste be zwaar, dat enigszins van formele aard is, betreft het feit dat in het stuk enkele malen wordt verwezen naar de Reclasseringsregeling 1947. Ik moet erop wijzen dat deze bij Koninklijk Besluit per 1 januari 1970 is vervallen en dat thans geldt de Reclasseringsregeling 1970, te uwer oriëntatie: Ko ninklijk Besluit van 9 december 1969, Staatsblad 598. Deze opmerking is al iets meer dan van formele betekenis, omdat ik het op zijn minst wat slordig vind wanneer het college verwijst naar Koninklijke Besluiten die niet meer bestaan. Mijn tweede bezwaar is gericht tegen het feit dat in het stuk enkele malen wordt gesproken van een sympathiebijdrage. Wanneer men weet dat --en het college weet dat uit de hem toegezonden stukken -- uit de bijdrage van 2500, -- aan de Katholieke Reclasseringsvereniging bijna 25% wordt bestreden van het totale uitgavenpakket van deze ver eniging, dan gaat het mij echt te ver om van een sympathiebijdrage te spreken. Mijn derde en grootste bezwaar is dat het college in dit stuk stelt dat de sympathiebijdrage in mindering wordt gebracht op het door de landelijke instelling uit te keren rijkssubsidie. Ik kan u verzekeren, mijnheer de voorzitter, dat dit niet het geval is. Ik. geloof trouwens dat het nogal dwaas zou zijn als dit wel het geval was, want dan zou er natuurlijk geen enkele gemeente zijn die een cent subsidie gaf wan neer die ook bij de rijksoverheid te halen zou zijn. Informatie bij het hoofdbestuur van de landelijke Katholieke Reclas seringsvereniging heeft mij het volgende geleerd. Volgens artikel 13 van de Reclasseringsregeling 1970 ontvangt het hoofdbestuur jaarlijks ter bestrijding van apparaatskosten 10% van alle salarissen die verloond worden. Deze 10% wordt verdeeld onder de plaatselijke afdelingen en wel in dier voege dat iedere afdeling uit die 10% 40% ontvangt van haar apparaatskosten, van de apparaatskosten dus die de plaatselijke afdeling heeft. De overige 60% moeten de afdelingen zelf bij elkaar zien te schar relen, hetgeen dan moet gebeuren uit gemeentelijke subsidies, uit donaties, uit afdrachten van de collecte van de Nationale Reclasseringsdag, enz. De subsidie van de landelijke federatie aan de afdelingen is dus op geen enkele wijze afhankelijk van de subsidie die de gemeente geeft. Het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 453