455
25 JUNI 1970
hetzelfde geldt. Ik wil het college daarom ook in overweging geven
dit stuk nog eens nader te bezien, maar eerst wil ik nog even het ant
woord van de wethouder afwachten.
Graag wil ik hierbij de subsidie-aanvrage van de reclasseringsafdeling
van het Leger des Heils bij betrekken, die op meer formele gronden is
afgewezen omdat de toelichting die van de zijde van het Leger des Heils
werd gegeven wat te summier was. Overigens mag ik bekend veronder
stellen dat het Leger des Heils ook op dit gebied enorm veel heeft gedaan
en nog doet, zoals wel is gebleken uit de bijgevoegde stukken over de
activiteiten die zijn ontwikkeld.
De heer WOESTENBERG: Ik sta bijzonder versteld van deze hypocriete
woorden van een fractie die een lid in de afdeling voor sociale zaken
heeft, waar dit ter sprake is geweest. Daarbij werd ook opgemerkt waar
om dit niet doorging, het zou namelijk later worden behandeld. Op die
manier werd het dus letterlijk van de tafel geveegd. Het is niet meer
besproken, onder het motto dat er geen overzicht zou zijn verstrekt.
Ook ik zie het als een sympathiebijdrage, maar dan wel als een bijzonder
kleine, voor een organisatie die over de gehele wereld erom bekend staat
dat zij mensen helpt zonder aanzien des persoons.
Mevrouw DE BONTE-DE MUNNIK U bent met punt 18 bezig.'
De VOORZITTER: De heer Kroon en de heer Woestenberg hebben
punt 17 en punt 18 aan elkaar gekoppeld.
De heer WOESTENBERG: Ik heb het over de reclassering, ik meen
dat ik daarmee toch to the point ben. Het lijkt mij helemaal hypocriet
als de vorige spreker wel het Leger des Heils erbij zou mogen betrekken
en ik niet.
De VOORZITTER: Dat heb ik niet gezegd, mevrouw de Bonte maakte
daar een opmerking over. Ik heb al toegestaan dat die twee punten ge
lijktijdig behandeld worden.
De heer WOESTENBERG: Ik haal niets door elkaar, ik heb het alleen
maar over de reclassering, waarbij ik tegelijk wil spreken over de bijdrage
voor het reclasseringswerk van het Leger des Heils. Nogmaals, ik vind het
bijzonder hypocriet dat men dat durft wegvagen. En dat gebeurt dan door
een protestants-christelijke formatie.' Ik vind het onjuist wanneer men een
zo klein bedrag voor een organisatie die zoveel goed werk verricht, het
geen over de hele wereld wordt erkend, en die zonder aanzien des persoons
handelt.
De heer KROON: Wil de heer Woestenberg dat hypocriete nader toe
lichten? Ik zie dat nog niet.
De heer WOESTENBERG: Wanneer men iets afwijst in een commissie
en dan in de raadzaal gaat zitten kakelen om het er toch weer door te
krijgen vind ik dat hypocriet.