462
25 JUNI 1970
Mevrouw VAN MIERLOMUTSAERS: Ik kan mij ermee verenigen wan
neer beide voorstellen worden aangehouden, maar ik wil hier wel verklaren
dat er mijns inziens een verschil is tussen het Leger des Heils en de reclas-
seringsverenigingen. Het Leger des Heils -- evenals op een ander gebred
Bethanië -- verricht algemeen maatschappelijk werk en heeft een onder
afdeling voor reclassering. Men krijgt echter subsidies voor dit algemene
maatschappelijk werk, hetgeen bij de onder punt 17 genoemde reclasse-
ringsverenigingen niet het geval is. Het verschil is dus voor mij dat ik,
wanneer ik het verzoek in punt 17 zou toestaan, ook zou instemmen met
punt 18.
De heer WOESTENBERG: Ik wil hierbij nog wel even opmerken dat
het bij het Leger des Heils toch anders ligt. Daar heeft men door eigen
persoonlijke inzet vrijwillig lage salarissen, terwijl hier van salarissen
wordt uitgegaan. Dat is dus geen juiste stellingname tegenover het
Leger des Heils.
De heer VON SCHMID: Na het aanhoren van de woorden van de heer
Barij en van de wethouder wil ik verklaren dat ik mij kan aansluiten bij
het verzoek beide voorstellen aan te houden.
Wethouder DE RAAFF; Het is duidelijk wat de mening van de raad is.
Ik mag u dan ook adviseren, mijnheer de voorzitter, punt 17 en punt 18
aan te houden tot een volgende vergadering.
De VOORZITTER: Indien iedereen het daarmee eens is worden deze
punten dus aangehouden tot de volgende raadsvergadering.
De heer VAN LOON. De wethouder zegt: tot "een" volgende ver
gadering. Ik heb nadrukkelijk gesteld dat ik de reclasseringsverenigingen
één maand de gelegenheid wil geven met duidelijke cijfers op tafel te
komen. Ik verwacht dus dat dit voorstel de volgende maand wederom
in de raad komt.
De VOORZITTER: Dat zal heel moeilijk zijn, mijnheer van Loon,
want die vergadering is al over drie weken.
De heer BARIJ: Ik zou niet graag zien dat er zo kort uitstel werd ver
leend. Er zijn cijfers op tafel gekomen van de Katholieke Reclasserings-
vereniging. Als daarop een nadere toelichting moet worden gegeven zal
dit een aanzienlijke hoeveelheid werk vergen, omdat dan alle posten
uitgespitst zullen moeten worden. Ik weet namelijk niet precies wat de
wethouder wil. Wanneer ik hier zie staan "bureau-inventaris 1342,
moet men dan gaan opschrijven wat de penhouders hebben gekost, wat de
inkt heeft gekost enz.? Dat is een enorm werk. Bovendien meen ik dat wij
dan zelf ook nog wel enige tijd mogen hebben voor een nadere voorbereiding.
De VOORZITTER: Ik stel voor te besluiten de voorstellen aan te houden
tot "een" volgende vergadering.