474
25 JUNI 1970.
voldoende is gewaarborgd. Niemand kan natuurlijk voorzien wat er in
tijd van oorlog gebeurt, maar zelfs dan is dit een veilig systeem, want
het is heel simpel die gegevens uit de kluis te halen en weg te brengen.
Bovendien zijn de gegevens wanneer zij drie maanden lang niet worden
gebruikt onbruikbaar geworden. De veiligheidsmaatregelen zijn mijns
inziens dus ruim voldoende.
Ik meen dat ik hiermee de verschillende zaken heb besproken, zodat
ik in tweede instantie het woord geef aan de raad.
De heer MELZER: U hebt gesteld, mijnheer de voorzitter, dat het
niet gebruikelijk is nota's te behandelen in informatieve vergaderingen.
In dat verband wil ik echter wel op een paar verschillen wijzen. In het
geval van de jeugdnota en de cultuurnota beschikken wij namelijk over
raadsafdelingen waarin de verschillende fracties vertegenwoordigd zijn.
Bij het georganiseerd overleg is dat niet het geval.
De heer QUADEKKER: Zeker wel.
De heer MELZER: Nee, mijnheer Quadekker, daar zitten niet alle
fracties in.
De VOORZITTER: Inderdaad, daar zitten drie raadsleden in.
De heer MELZER: Om op het concrete punt terug te komen, mijnheer
de voorzitter, blijf ik met u van mening verschillen over een centrale
personeelsdienst. Het behoeft geen groot bureau te zijn, maar ik meen
dat u het niet zult kunnen stellen zonder een coördinatiepunt, gezien
de vele sectoren waarin de gemeente personeel heeft. Het snijdt weliswaar
geen hout, maar als voorbeeld zou ik willen noemen de mensen die 's win
ters in de schouwburg werken en 's zomers in een zweminrichting, ik
noem maar iets. Dat zal altijd via een coördinatiepunt moeten lopen.
Dat geldt ook voor belangrijker zaken dan ik hier heb genoemd.
Verder wachten wij met belangstelling de ontwikkelingen af. Ten
slotte nog een vraag: mag ik deze nota zien als een afscheidsboodschap
van de functie wethouder aan de nieuwe raad?
De heer DE GIJSEL: Twee punten zijn mij in uw antwoord opgevallen,
mijnheer de voorzitter. In de eerste plaats stelt u dat als er volledige
integratie zal zijn met betrekking tot het opnemen van de personeels
gegevens in de computer, slechts twee mensen daarover kunnen beschik
ken, omdat de banden zodanig worden opgeborgen dat niemand er bij
kan. Aan het slot van uw betoog stelt u echter dat wanneer deze banden
drie maanden niet worden gebruikt, de gegevens automatisch gewist
worden. Ik hoop dat men het mij niet kwalijk neemt, maar ik vind dit
erg onlogisch, want als er dan drie maanden lang geen personeelsgege
vens nodig zijn geweest, is de hele administratie onbruikbaar geworden.
Dat kan ik niet aannemen.
De heer VON SCHMID: De nota is er uiteraard geheel op gericht een
basis te vormen voor een optimaal functioneren van het gemeentelijk