25 JUNI 1970 476 bezwaren te bestaan dat zij in feite niet kon werken. Wij hebben ge meend dat er maar één duidelijke en naar onze overtuiging afdoende teden is voor de instelling van een afdeling personeel ter secretarie: wil de personeelsfunctie, die een beleidsadviserende functie is, zo goed mogelijk vervuld kunnen worden, dan moet deze nauw betrokken zijn bij de algemene beleidslijnen voor het gehele apparaat en een plaats hebben in het team van directe beleidsadviseurs van het colle ge van burgemeester en wethouders. Binnen de secretarie, het coördi nerend beleidscentrum van het gemeentelijk apparaat, heeft de afde ling personeel een directe relatie met de andere beleidsadviserende afdelingen en is zij direct betrokken bij de gemeentelijke beleidsvoor bereiding. Dat is ons uitgangspunt geweest. Ik ben het volledig met de heer Melzer en de heer Von Schmid eens dat er een centraal punt moet zijn ter wille van de coördinatie, maar die is er ook. Dat is na melijk de centrale afdeling personeel ter secretarie. Die beschikt op dit moment al over zeer duidelijke richtlijnen voor alle diensten en bedrijven en voor de personeelsfunctionarissen die daar werkzaam zijn. Die zijn natuurlijk bepaald in overleg met het college van burgemees ter en wethouders en het centrale punt, de afdeling personeel, heeft tot taak deze zaken te coördineren en de naleving daarvan te contro leren. Voor het overige meen ik weinig meer te kunnen zeggen op de vraag van de heer Melzer. Inderdaad zijn niet alle fracties in het ge organiseerd overleg vertegenwoordigd, omdat daarvan slechts drie raadsleden deel uitmaken. Ik geef toe dat dit verschil uitmaakt. Wij hebben echter zo lang moeten overleggen dat ons nog maar weinig tijd restte. De heer Melzer heeft gelijk wanneer hij stelt dat deze no ta het afscheid van deze wethouder is. Wat de opmerking van de heer De Gijsel tenslotte betreft, kan ik zeggen dat de banden tenminste eenmaal per maand worden gedraaid. Men loopt dus nooit het gevaar dat die termijn van drie maanden wordt overschreden. De banden bevatten ook de gegevens voor de salarisadmi nistratie en dat gedeelte moet iedere maand worden gebruikt, waarbij de andere gegevens buiten beschouwing worden gelaten. Zij worden dus elke maand minstens eenmaal gebruikt en nu zelfs tweemaal, want, wij geven halverwege de maand een voorschot en aan het eind van de maand een afrekening. Men kan er dus op rekenen dat de termijn van drie maanden niet wordt overschreden en dat er niets bijzonders ge beurt. Als er oorlog komt gebeurt er natuurlijk wel iets bijzonders. Hierna wordt de nota zonder hoofdelijke stemming voor kennisgeving aangenomen. Vervolgens wordt gedurende enkele ogenblikken gepauzeerd. De VOORZITTER: De vergadering is heropend. 23. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT DE BOUW VAN EEN OVERDEKTE ZOUTOPSLAGPLAATS TEN BEHOEVE VAN

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 476