479. 25 JUNI 1970. Nu men deze overdekte opslagplaats gaat bouwen, is het ook nodig dat er op tijd zout wordt besteld, dat zou men tegelijkertijd met dit plan kunnen doen. De VOORZITTER: Ik begrijp dat u akkoord gaat met het voorstel. De heer WOESTENBERG: Ja, zeker. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voor stel van burgemeester en wethouders besloten. 24. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET AAN GAAN MET DE N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN VAN DE OVER EENKOMST INZAKE DE RECONSTRUCTIE VAN HET STATIONS- VOORPLEIN, DE STICHTING VAN EEN LOKAAL EN INTERLOKAAL AUTOBUSSTATION EN DE AANLEG VAN PARKEERVOORZIENIN GEN. De heer VAN LOON: Ik heb maar één korte vraag. Als ik het stuk goed heb gelezen en begrepen wordt op het ogenblik alleen voorgesteld het aangaan van de overeenkomst met de N.V. Nederlandse Spoorwe gen goed te keuren en is de definitieve reconstructie van het Stations plein niet aan de orde. Er is mij namelijk verteld dat er in de stad nog al wat belangstelling zou bestaan voor die reconstructie, maar ik meen dat wij vandaag niets anders besluiten dan het aangaan van de overeen komst goed te keuren. De heer VON SCHMID: Ook mij is ter ore gekomen dat er belang stelling bestaat in de stad voor de reconstructie van het Stationsplein. Wanneer de heer Van Loon gelijk heeft en de eigenlijke reconstructie nog niet aan de orde is, dan is er nog niet veel aan de hand, maar ik meen te weten dat er ook een maquette bestaat. In andere gevallen heeft men de goede gewoonte aangenomen - ik denk bijvoorbeeld aan het zwembad - de mensen bij wijze van voorlichting tevoren ruim schoots de gelegenheid te geven om zo'n plan te bekijken. Ik meen dat het juist is ook in dit geval de belangstellenden in de gelegenheid te stellen het reconstructieplan te bekijken en eventueel op- en aan merkingen te maken. De heer VAN WERKHOOVEN: Ik kan mij bij de vorige sprekers aan sluiten. Ik heb deze situatie van het begin af aan meegemaakt. Drie jaar geleden kwam het ontwerp in de verkeerscommissie, compleet met tekeningen. De verkeerscommissie heeft toen nogal wat bezwaren geuit, met name tegen de geringe parkeerruimte, alsmede tegen het feit dat er geen verbinding was voorzien onder het station door met Breda-Noord. Daarna zijn de onderhandelingen met de N.V Neder landse Spoorwegen voortgezet. Deze onderhandelingen met een der gelijk groot lichaam verlopen vanzelfsprekend tamelijk moeizaam en ondanks het feit dat de verdeling 80-20 is heb ik het idee dat de N. S. op veel punten aan het langste eind hebben getrokken, maar dat kunnen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 479