485.
25 JUNI 1970.
heeft kunnen reserveren kan een beroep worden gedaan op artikel 72.
Wanneer de zaak echter grondig versleten is, moet men ook het geld
hebben om nieuwe boekjes aan te schaffen.
De heer MENDES: Stel nu dat de school die versleten boekjes had
vernieuwd, zodat men allemaal mooie nieuwe boekjes had gehad, maar
van een verouderde methode, dan zou die nieuwe methode dus wel ge
subsidieerd zijn.
Wethouder BROEDERS: Dan had men toch eerst die nieuwe boekjes
moeten betalen. Dat zou een wel bijzonder onlogische handelwijze van
het schoolbestuur zijn. Het zou een methode kunnen zijn om het ge
meentebestuur op kosten te jagen, maar logisch is het niet.
De heer SPANJER: Ik heb ook nog een vraag. Wordt er ook gekeken
naar een eventueel groot prijsverschil tussen de oude en de nieuwe
methode? Wanneer de nieuwe methode namelijk veel duurder is zou
ik mij kunnen voorstellen dat wordt overgegaan tot bijbetaling van het
verschil.
Wethouder BROEDERS- Ik heb op veel dingen gerekend, maar niet
dat er over deze zaak zo uitvoerig zou worden gediscussieerd. In de af
deling voor onderwijs, waarin alle fracties vertegenwoordigd zijn, is een
en ander zo uitgebreid behandeld dat ik de raad wil voorstellen daar nu
in verband met de tijd niet uitgebreid op in te gaan. Ik ben graag bereid
de hele methodiek uitvoerig te behandelen, desnoods in een speciale
raadsvergadering. Ik krijg echter het gevoel dat er, wanneer ik er iets
van zeg, steeds nieuwe vragen naar voren zullen komen, tenzij ik het
fundamenteel doe.
Mevrouw DE BONTE-DE MUNNIK: De wethouder moet er eerlijkheids
halve ook bij vertellen dat de afdeling voor onderwijs het ook wel een
beetje een vreemde zaak vond.
Wethouder BROEDERS Ik meen dat de afdeling er na de nadere uit
eenzetting toch volledig mee akkoord ging. In het begin heeft men het
vreemd gevonden, maar ik kan in dat verband nog veel meer vreemde
zaken noemen, zoals bijvoorbeeld de kwestie van de vervanging van
een verwarmingsketel met afschrijvingstijd, enz. Als men nog meer
voorbeelden wil, kan ik die echt wel noemen. Wanneer de raad dit
een interessante materie vindt wil ik het wel eens apart behandelen,
maar ik geloof dat dit tijdstip daar zich niet voor leent.
De VOORZITTER. Ik meen dat ik een beroep moet doen op de raad
dit vraagstuk op een ander tijdstip te behandelen.
De heer MENDES: Ik wil aantekening dat ik tegen punt 28 volgnum
mer 3 ben.