496 25 JUNI 1970. hebben kunnen knutselen. Onlangs hebben wi j het besluit genomen op vrijdagmiddag het badhuis te sluiten. Ik weet dat wij dit hebben ge daan omdat De VOORZITTER: De douchecellen kunt u er natuurlijk wel bij be trekken, mijnheer Spanjer, maar de openstelling van het badhuis is buiten de orde. Wanneer u daarover een vraag wilt stellen kunt u dat bij de rondvraag doen. De heer SPANJER: Dat zal ik graag doen, mijnheer de voorzitter. Dan heb ik nog een laatste vraag. Iets wat de bewoners bijzonder interesseert is wanneer er wordt begonnen. Is het wellicht mogelijk vooruitlopend op de goedkeuring van gedeputeerde staten al te begin nen met deze werkzaamheden? De heer KROON: In grote trekken onderschrijf ik gaarne al hetgeen door de voorgaande sprekers is opgemerkt. Ook onze fractie gaat graag akkoord met dit voorstel, dat het noodzakelijk is, is wel gebleken. Ik zou alleen nog willen vragen of het college ook bereid is, daar geble ken is dat een aantal mensen die niet in gemeentewoningen wonen in dezelfde noodsituatie verkeert, via de kanalen waarover het beschikt de eigenaren van die huizen aan te schrijven en op te dragen die op dezelfde wijze bewoonbaar te maken. De heer MELZER: Wij gaan graag akkoord met dit voorstel. De heer to Van Banning heeft gewezen op de verantwoordelijkheid van de betrok ken dienst, te weten de dienst van openbare werken. In dit verband wil ik even terugkomen op een antwoord van het college aan mevrouw Van Mierlo op een vraag over gebleken gebreken aan woningen, waarin werd gesteld dat bouw- en woningtoezicht over te weinig personeel be schikt. Ik wil deze zaak graag in de aandacht van het college aanbe velen. De heer WOESTENBERG: Ik geloof dat dit voorstel toch wel iets te maken heeft met mijn interpellatie-aanvraag van 14 mei j. 1. Toen heeft in De Stem gestaan dat als de raad eerlijk en oprecht zou zijn geweest, dit interpellatreverzoek niet had mogen worden geweigerd. De raad heeft die toestemming echter niet gegeven. Een deel van de vragen die ik toen had willen stellen ging over deze zaak. Dat zogenaamde actiecomité'Het onbewoonbare eiland"komt mij voor een beetje een klaargemaakte zaak te zijn, omdat dezelfde aan voerder, de heer Touw, daarin een leidende rol speelt. Ik. kan mij niet aan de indruk onttrekken dat dit politieke graswegmaaierij is. In ieder geval is het een raar zaakje. Wanneer hier wordt gezegd dat er feiten aan het licht zijn gekomen die wij voor onmogelijk hadden gehouden, dan heeft men slecht om zich heen gekeken. Het is in het centrum van de stad en iedereen weet dat die toestanden al tientallen jaren bestaan. De ratten lopen daar 's avonds gewoon op straat. Er wordt hier gespro ken over het aanleggen van grasveldjes, maar laat men eerst maar eens beginnen met het verdelgen van de ratten en muizen, want het wemelt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 496