499
25 JUNI 1970.
verder weinig over zeggen, alleen dat als er meer gevallen zijn - en
die zijn er - daarvoor op korte termijn weer kredieten aan de raad zul
len moeten worden gevraagd.
Vervolgens zegt de heer Brooimans dat er een commissie van raads
leden in wording is. Het college zal zich daartegen natuurlijk niet
verzetten, het ziet met spanning uit naar wat die raadsleden zelf zul
len organiseren in deze zaak, waarover terecht veel bewogenheid be
staat zoals ook in deze vergadering wel is gebleken. Ik verwachtte dan
ook echt niet dat iemand zich tegen dit voorstel zou verzetten en het
is dan ook erg verheugend algemeen te kunnen waarnemen dat dit in
derdaad niet het geval is.
Door enkele sprekers is ook gewezen op de speelgelegenheid in die
buurt. Ik heb vanmorgen nog contact gehad met de directeur van de
dienst van openbare werken, die mij heeft gezegd dat men natuurlijk
graag bereid is daar iets aan te doen. Ik zal dit in de eerstvolgende
bespreking, die begin volgende week plaatsvindt, met hem doornemen
om te bezien hoe daaraan op korte termijn iets aan kan worden gedaan.
Dit houdt dan wel niet rechtstreeks verband met dit stuk, maar het staat
er toch heel dicht bij.
Hetzelfde geldt voor het badhuis, maar ik zal daar nu niet op in
gaan omdat dit buiten de orde is. Ik kan alleen meedelen dat er nog
zeer onlangs tellingen zijn verricht, waaruit blijkt dat er op zaterdag,
terwijl er een capaciteit is van 1000 mensen die er gebruik van zouden
kunnen maken, niet meer komen dan ongeveer 300. Dat zegt misschien
allemaal niet veel en wellicht moet dit nader onderzocht worden, maar
bij deze korte mededeling wil ik het voor dit moment laten. Wij zullen
het nog nader met de afdeling opnemen.
De heer Van Banning heeft gevraagd om een mededeling aan de
betrokken bewoners. Ik kan op dit punt geen toezeggingen doen, maar
het lijkt mij niet moeilijk aan dit verlangen te voldoen. Het zal wel
mogelijk zijn mee te delen wanneer men verwacht dat een bepaald
huis aan de beurt komt om te worden afgebroken, of geamoveerd zo
als dat tegenwoordig heet.
De heer Van Banning stelt verder een vraag die heel treffend is, na
melijk waarom heeft de dienst het zo ver laten komen. Ik kan daar
slechts op zeggen dat de gemeente toen zij deze panden overnam, de
ze niet tot de allerbeste behoorden. Ik meen dat men zich toen op het
standpunt stelde dat er veel sneller een mogelijkheid zou kunnen wor
den gevonden om de mensen naar elders te laten verhuizen en dat is
mijns inziens de fundamentele reden dat het langer heeft geduurd dan
het had mogen duren.
Hij zegt het antwoord al te weten op de vraag of het verlenen van
dit krediet van f 115. 000, -- zal leiden tot huurverhoging. Ik kan hem
verzekeren dat net uitgeven van deze 115. 000, -- voor twintig hui
zen, dat is ruim 5. 000, -- per huis, niet zal leiden tot enige huur
verhoging voor de betrokkenen.
De heer Spanjer stelt dat men, als men die huizen gaat restaureren,
het goed moet doen en dat men niet bang moet zijn het bedrag van
115. 000, - -te overschrijden wanneer blijkt dat er meer moet worden