505. 25 JUNI 1970. het apparaat, dus het inspraakelement daarin veel sterker tot uitdruk king dient te komen, opdat er een veel beter evenwicht wordt bereikt tussen het bedrijfseconomische en het sociale aspect. Voordat iemand mij nu voor de voeten werpt dat het hier niet om personen gaat, wil ik met nadruk stellen dat ik, als ik de lijst bekijk, niet de zekerheid heb dat het sociale element overweegt, maar dat integendeel zacht uitgedrukt het bedrijfseconomische element de bo ventoon voert. Ik vind dat zeer onbevredigend en daarom wil ik aan dringen op aanhouding van het voorstel en heropening van het overleg om te komen tor de samenstelling van een commissie die meer beant woord aan het doel zoals dat door mij is geschetst. De heer SPANJER: Ik heb begrip voor het feit dat wij ons bevinden in een overgangssituatie, maar het moet mij toch werkelijk van het hart dat er wel bijzonder veel leden van de stichting de Brandelaar op deze kandidatenlijst voorkomen. Wanneer wij hadden gedacht er door deze verkiezing wat nieuw bloed in te brengen, dan moet ik zeggen dat wij door deze lijst bijzonder teleurgesteld zijn. Ik. heb gehooid dat een aantal van de nu te verkiezen personen niet gedurende de hele volgende zittingsperiode van de raad zal blijven zitten. Daarna, hebben wij daar echter niets meer over vernomen en misschien gaat her, ook wel helemaal niet door. Kan de wethouder ons daar nader over inlichten? Zonder nadere toelichting zou ik namelijk ook willen vragen dit voorstel aan te houden. Wethouder DE RAAFF: Ik meen met. klem te moeten ontraden op het verzoek van het N. K. V. in te gaan, omdat het. belang van de sociale werkvoorziening daarmee helemaal niet is gediend. Men zal zich nog wel herinneren hoe de toestand vroeger was, toen verschil lende instanties gescheiden optrokken. Na jaren hebben wi] een for mule gevonden om ze tot elkaar te brengen, waardoor wij nu tot één groot verband kunnen komen met alle mogelijkheden van dien. Ik meen dat dit een zeer belangrijke verbetering is. In de tweede plaats houdt deze formule in dat er een commissie ex artikel 61 wordt gevormd, wat betekent dat het een open zaak wordt, waarover de raad naar believen op gezette tijden kan spreken. De heer Spanjer heeft het gehad over het inbrengen van nieuw bloed. De voordracht is zodanig dat van de zeven leden er drie van de Brandelaar kunnen zijn. Dat betekent dus dat er inderdaad nieuw bloed komt. Het is natuurlijk waanzinnig om mensen die de sociale werkvoorziening jaren lang zeer goed hebben gerund zonder meer uit te schakelen, want wij hebben die mensen doodgewoon nodig om de zaak goed te laten draai en. Ik ben wel gevoelig voor de term "nieuw bloed", maar er kunnen vier nieuwe mensen in komen, waardoor een combinatie ontstaat van oud en nieuw bloed hetgeen wederzijds bevruchtend zal kunnen werken. Op de opmerking van de heer Spanjer kan ik antwoorden dat twee mensen die op de voordracht staan en afkomstig zijn van de Brande laar zich inderdaad naar alle waarschijnlijkheid na 1 januari 1971 zul len terugtrekken. Dat waren zij al eerder van plan, maar ik heb hen gesmeekt te blijven, omdat wij hen zeker in deze eerste moeilijke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 505