509 25 JUNI 1970. welke speelgelegenheden worden aangelegd met een ondergrond van te gels of beton. Na het drama dat zich in Eindhoven heeft afgespeeld wil ik nogmaals een dringend beroep doen op de wethouder, te bevor deren dat deze ondergrond wordt veranderd in een grasmat of desnoods een ondergrond van zand, overal waar kleine kinderen spelen, In de pers is vermeld dat er in Brabant - dus ook in Breda - geen gevaarlijk hoge klimrekken zijn, maar het komt mij voor dat een kleu ter die van anderhalve meter hoogte keihard op een betonnen of tegel vloer valt, gevaarlijke blessures kan oplopen zo niet erger. Ik wil dan ook met nadruk verzoeken dit gevaar te voorkomen door verandering te brengen in de bestaande situatie. Vervolgens heb ik nog een vraag over het speeltuintje in de Fellen- oordstraat, waarover wethouder Gielen ons reeds heeft toegezegd dat daarover zal worden gepraat. Gezien het feit dat. er in de omgeving van de Fellenoordstraat, waar vele gezinnen nog jaren zullen moeten wonen, geen enkele speelgele- genheid is voor kleine kinderen, verzoek ik het college met de meeste spoed daar een speeltuintje te laten aanleggen, voorzien van een zand bak en wat eenvoudige werktuinen, welke speelwerktuigen men even tueel zou kunnen weghalen van die speelterreinen waarvan nauwelijks of geen gebruik wordt gemaakt. De bewoners hebben voor hun kinde ren geen behoefte aan dure speelterreinen, maar wel aan een plaats waar zij hun kinderen veilig en plezierig kunnen laten spelen. Ik ver zoek u dringend hieraan uw medewerking te verlenen en wel, zoals ik reeds eerder heb opgemerkt, zo spoedig mogelijk. De heer VAN BANNING: Is het juist dat op drukke dagen in het bad Wolfslaar, zoals zondag 21 juni, regelmatig ordeverstoringen plaats vinden door onhebbelijk optreden van jeugdige bezoekers? Indien dit juist is, acht het hoofd van de politie het dan niet noodzakelijk het zwembad in het routeschema van de politie op te nemen7 De heer VON SCHMID: In verband met de brief van het actiecomi té Breda-Zuid, die wij vanavond op onze tafel hebben gevonden, in welk actiecomité o. m. verenigd zijn verontruste bewoners, winkeliers, grootwinkelbedrijven, enz.wil ik de volgende vragen stellen. Is het juist dat het pand Fatimastraat 100 bestemd is voor de vesti ging van een Cash en Carry-bedrijf? Weet het college dat hierover grote onrust bestaat en zou het college met de meeste spoed de brieven van het actiecomité in behandeling willen nemen? Is het college bovenal bereid een deputatie van het actiecomité zo spoedig mogelijk te ont vangen, zodat deze mensen mondeling hun klachten kunnen uiten en hun vragen kunnen stellen? Is het college tenslotte bereid in afwachting van het resultaat van dit gesprek niets definitiefs te ondernemen voor het geval er althans iets definitiefs te gebeuren staat? Is het college bereid een onderzoek in te stellen naar de werkwij ze van het woningbedrijf, gezien de noodsituatie en de klachten van vele bewoners in wat wij vanavond "noodgebied" hebben genoemd? Mevrouw DE BONTE-DE MUNNIK: Gedurende de afgelopen weken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 509