519
16 JULI 1970
De heer VON SCHMID: Indertijd heb ik al enkele vragen gesteld
over de verkoop van het voormalig gemeentehuis Princenhage. Aan
gezien deze gemeenteraad zeer binnenkort van aanzien zal veranderen,
vraag ik mij af of het geen aanbeveling zou verdienen de nieuwe raad
en het nieuwe college een beslissing in dezen te laten nemen.
De VOORZITTER: Dat verzoek zal in het college aan de orde worden
gesteld. De preadviezen die klaar zijn, zouden aan de raad kunnen worden
uitgebracht, maar van uw verzoek is in ieder geval kennis genomen.
De heer MELZER: Kunt u dan rekening houden met wat er in dit
schrijven gesteld is?
De VOORZITTER: Het ligt voor de hand dat dit schrijven in het pre
advies aan de orde zal worden gesteld.
De heer WOESTENBERG: Ik ben enigszins verbaasd dat u eerst agenda
punt 3 aan de orde hebt gesteld, mijnheer de voorzitter, maar ik kan er
wel mee akkoord gaan. Ik ben het in ieder geval eens met het gestelde
in de brief dat een bedrag van 55.000, -- voor dit gebouw belachelijk
laag is. Voor het overige sluit ik mij graag aan bij de vorige sprekers.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten het schrijven in
handen te stellen van b. en w. om preadvies.
b. adres aan de gemeenteraad van een drietal bewoners van de Post
hoornstraat houdende het verzoek om verlenging van de riolering
in die straat.
Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel van b. en w. besloten.
5. VOORGESTELD WORDT DE VOLGENDE STUKKEN VOOR KENNISGEVING
AAN TE NEMEN:
a t/m i,k, l,m,n, conform besloten.
j. Schrijven d. d. 28 juni 1970 van het raadslid de heer Jhr. Drs. F.A.
von Schmid, houdende verzoek om een extra raadsvergadering,
respectievelijk aankondiging van interpellaties over huisvesting
en stedebouwkundige adviesraad.
De heer VON SCHMID: In het schrijven dat ik de raad heb doen toe
komen heb ik verzocht een extra raadsvergadering te beleggen over de
woningellende. Dat verzoek is door het college van b. en w. afgewezen,
zodat ik daarop verder niet zal ingaan. Wel blijf ik van mening dat de
woningellende van dien aard is dat er alle reden was voor het uitschrijven
van een extra raadsvergadering. Ik had mij voorgenomen een interpel
latie te houden over deze aangelegenheid en over de stedebouwkundige