525 16 JULI 1970 Deze aanpassing van de behoefte aan badgelegenheid aan de beschik bare capaciteit heeft de dienstverlening niet verminderd, omdat voor iedereen ruim voldoende gelegenheid is zich te baden. Bovendien zijn de badtaneven ondanks de sterk gestegen kosten reeds enige jaren niet meer verhoogd. VRAAG. De heer VAN DUIJL merkt op: kortelrngs is op de Doornboslaan tegenover een aantal huizen, met name de nummers 108-124, een bus halte geplaatst. Het merkwaardige is dat deze bushalte tegenover deze woningen is gemaakt terwijl er 30 meter verder geen huizen staan. Ik verzoek het college te bevorderen dat deze halte, die nog niet in gebruik is genomen, 30 meter wordt verplaatst, opdat de bewoners van deze huizen in de eerste plaats geen last hebben van de uitlaatgassèn van de bussen die daar steeds zullen stilstaan en opdat zij tevens hun auto's kwijt kunnen die zij nu voor de deur hebben staan. ANTWOORD. Van gemeentewege is vóór het inwerkingtreden van de nieuwe dienst regeling van de stadsautobusdienst een onderzoek ingesteld naar de vraag of er eventueel verkeerstechnische bezwaren bestonden tegen de geplande halteplaatsen. Uit verkeerstechnisch oogpunt bestaat er geen bezwaar tegen de halteplaats voor de panden Doornboslaan 108-124. Verplaatsing van deze halte zou wel bezwaren opleveren, omdat hij dan te dicht bij de kruising Doornboslaan-Hooilaan of bij de kruising Doornboslaan-Baliëndijk zou komen. In het laatste geval zou boven dien het gebruik van het tankstation van de ter plaatse aanwezige garage worden bemoeilijkt. Verplaatsing van de halte naar het gedeelte tussen de Hooilaan en de Nieuwe Kadijk levert ook bezwaren op, omdat hij dan te dicht komt te liggen bij de voorsorteervakken van de kruising Doornboslaan-Nieuwe Kadijk. Bovendien moet bij het plannen van halteplaatsen rekening gehouden worden met de omstandigheid, dat er zoveel mogelijk mensen profijt van moeten hebben. Wij zijn van mening, dat voor de halte aan de Doornboslaan de meest gunstige plaats is uitgekozen. Wel overwegen wij om ter plaatse een bushaven te doen aanleggen. Degenen, die gewend waren hun wagens op de Doornboslaan te parkeren, zullen een andere parkeergelegenheid moeten zoeken, hetgeen geen bezwaren kan opleveren, omdat er in de omgeving nog voldoende parkeerruimte aanwezig is. VRAAG. Mevrouw jaGER-MIDDELBEEK vraagt; zou het niet goed zijn op het Brabantplein de aldaar aanwezige ruimte, die bestemd was voor een vijver, maar die meestal leeg staat, te bestemmen voor de aanleg van een zandbak?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 525